A day in Anja's Children's home
A day in Anja’s Childrenshome
Hallo allemaal, ik zal vandaag in mijn verhaaltje proberen een van mijn dagen hier te omschrijven. Al is geen een dag het zelfde. Ten eerste zal ik wat meer uitleggen over Anja’s childrenshome.
Anja is een vrouw uit NL (die ik nog niet ontmoet heb, maar dat waarschijnlijk begin mij wel ga doen) die een aantal jaar geleden ook vrijwilligers werk in Ghana heeft gedaan. Wat en hoe weet ik niet precies, maar in ieder geval heeft ze toen in 2007 Anja’s Children’s Home opgericht. De hostfather (Alex) en hostmother (Forstina) runnen het complex en wonen ook in het gebouw. Ook hun eigen kinderen (in ieder geval de kleinste) groeien hier op. De kinderen die in Anja’s Children’s Home leven zijn niet per se wees. Ze kunnen ook om een andere reden hier worden geplaatst. Bijvoorbeeld door mishandeling of verwaarlozing thuis of door dat ouders niet voor hen kunnen zorgen. Tot mijn verbazing ben ik er achter gekomen dat ze hier in Ghana een soort van kinderbescherming hebben of socialwork waar die kinderen dan terecht komen en vanuit waar ze dus bij Anja’s Childrens Home kunnen worden opgenomen. Erg interessant en goed dat het er is natuurlijk. Tot zover wat informatie over Anja’s Children’s Home.
Daar is dat geluid weer. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het 04:40 is, zoals elke ochtend. Het geluid van een soort bel heeft me wakker gemaakt. Het lijkt wel of iemand op een pan slaat, maar toch klinkt het best vriendelijk. Een vriendelijke pan, met een soort ritme er in. Ik draai me om, ik kan nog een dik uur slapen maar na een kwartier word ik weer wakker van het geluid. Nu is het vijf uur, terwijl ik besluit nu echt eens aan de hostfather te gaan vragen waar dat geluid vandaan komt val ik weer in slaap. Sssssttt ik heb nog een uur. Om 6 uur gaat mijn eigen wekker, die ik eigenlijk niet hoef te zetten want mijn ingebouwde wekker is inmiddels aan het tijdstip gewend en ik wordt meestal zelf al wakker. Buiten zijn al kindervoetjes op slippertjes hoorbaar die om het huis heen slenteren. Hier en daar hoor je het geluid van een bos takken die over de grond wordt gehaald; de kinderen zijn aan het vegen. De kikkers zijn stil, eindelijk, hadden ze dat gisteren avond al niet kunnen zijn toen ik probeerde te slapen?! Ik kruip uit m’n lakenzak, glip onder m’n musqito net door en stap uit bed. M’n lange slaap kleding die ik draag tegen de muggen kan uit en ik schiet in een wat kortere broek en een shirtje. Ik rits de wcrol van m’n kastje, die ik daar bewaar omdat de kinderen hem anders opmaken en loop naar het toilet. Iedereen die ik onderweg tegen kom begroet ik met een vriendelijke ‘goodmorning’. Na een sanitaire stop, pak ik een lege emmer en zoek de kinderen op die al bij het beekje zijn om water te halen. Behalve op dinsdag, dinsdag is de geboorte dag van het beekje (volgens de chief van het dorp) en dan mag er geen water gehaald worden. Dan wordt het beekje (Sabine) boos en zouden de goden of voorouders ook boos kunnen worden en brengt dus ongeluk. Mijn emmertje wordt gevuld door een van de kinderen terwijl ik de slaap nog uit m’n ogen sta te wrijven. Pff.. toch vroeg zo elke ochtend. De kinderen zijn op blote voeten, want ook als je slippers draagt bij het beekje zou Sabine wel eens boos kunnen worden. We lopen terug naar huis. De kinderen met een emmer op het hoofd en ik ook, met een emmer die elke dag een beetje voller wordt gedaan. Behoorlijk zwaar, niet te snel lopen, hoofd stil houden en onder tussen uitkijken waar ik mijn voeten zet anders klotst het water over de rand en word ik kledernat. Ik ben elke dag toch weer trots als het me gelukt is 4x op en neer te lopen met dat ding op mijn hoofd.
Bij het huis aangekomen groet ik de hostmother, die al met mijn ontbijt bezig is en vraag of ze water wil koken voor de twee kleinste. Yolan (4) en Kofi (5) krijgen namelijk als enigste warm water om te wassen. Dit zijn ook de enige twee die worden gewassen, de rest doet dit zelf. Yolan zit al braaf zijn tanden te poetsen voor op de speelplaats. En Kofi is nog nergens te bekennen. Zoals elke ochtend slaapt hij nog. Ik maak hem wakker en met z’n ogen nog dicht wankelt ook hij naar buiten. Tegen de tijd dat het water, in een emmer, gebracht wordt heeft ook hij zijn tanden gepoetst en staan ze alletwee met handdoek en spons klaar.
Met een spons, dat meer lijkt op een stuk gaas van zachte stof, en een blokje zeep probeer ik wat schuim te krijgen. Gelukkig ben ik al wat achter de techniek gekomen en gaat het en stuk makkelijker dan in het begin. Ik sop Yolan helemaal in. Dan moet ik snel opzij springen, hij begint namelijk te plassen. De kinderen die zich om ons heen bij andere emmertjes aan het wassen zijn moeten lachen. Ghaneesen vinden plassen niet naar het toilet gaan. Plassen kun je overal doen en dit doen ze dan ook overal en op elk moment. In huis doen ze het in een emmer, die later over de schutting wordt gegooid. Maar buiten plassen ze gewoon op het moment waar ze dan zijn. Niet ergens aan de kant tegen een muurtje of achter een bosje. Gewoon waar je op dat moment staat. De grote boodsschap doen ze wél op het toilet. Wat moeten ze wel niet van mij denken.. Ik ga meerdere keren op een dag naar het toilet… ‘Yolan! Please warn me the next time!’ Zeg ik met een gemaakte boze blik. Maar eigenlijk moet ik er ook wel om lachen. Uiteindelijk spoel ik hem af met en kleiner emmertje en help hem bij afdrogen waarna ik Kofi bij me roep en bij hem het zelfde doe. Terwijl ik Kofi afdroog en hem gebaar zijn vieze kleding op de grote hoop te gooien is Yolan al naar binnen om zijn uniform aan te trekken. Samen met Kofi loop ik naar binnen om zijn uniform en sokken te gaan zoeken, die is hij namelijk elke ochtend kwijt. Ik help hem aankleden, strik zijn veters en stuur hem naar school. Waar het ‘Ghana schoolfeeding programme’ is. (Een programma georganiseerd door de overheid om ouders te ontlasten met een warme maaltijd per dag, en waardoor kinderen naar school sturen wordt gestimuleerd) Dus de kinderen krijgen dus daar hun ontbijt. Het is nu bijna half 8 en mijn ontbijt staat al op tafel klaar. Wat zou het vandaag zijn? Oliebollen (die ik laat staan) met een soort papje gemaakt van granen en water of suikerbrood met een omelet? Terwijl ik mijn ontbijtje naar binnen werk en het zweet me uitbreekt door het warme eten en de warme thee lopen er nog steeds kindjes rond die half of nog niet aangekleed zijn. Sommige groeten me omdat ze naar school gaan en anderen moeten hun bad nog nemen. Geen idee hoe laat ze officieel op school moeten zijn, maar de ene dag zijn ze om half 8 allemaal weg, de andere keer pas om half 9.
Na mijn ontbijtje ga ik de ene dag de woonkamer poetsen. Met een handdoek doe ik de ramen af (een stofdoek hebben ze hier niet en een sopje om te poetsen schijnen ze hier ook niet te kennen), ik veeg de ruimte en dweil hem uiteindelijk. Nouja, dat dweilen is na de eerste keer door de hostmother zelf overgenomen. Ik mag het niet meer doen. Uit beleefdheid? Of deed ik het verkeerd? Op sommige dagen als ik niet de woonkamer poets, maar bijvoorbeeld eerst aan mijn eigen kamer begin of mee ga helpen met de was, is ze al aan het dweilen begonnen voordat de woonkamer geveegd is. Ja.. die volgorde schijnen ze ook niet te kennen of gewoon te negeren. Achja. Ik help de huishoudster met de was van de kinderen. De grote kinderen moeten op zaterdag hun eigen was doen dus deze zit er niet bij. Elke dag wordt de kleding met de hand gewassen. En ik kan zeggen dat dit veel is! En vies! Het moet twee of drie keer met zeep geschrobd worden voordat het uitgespoeld en opgehangen wordt. De eerste weken heb ik wondjes op mijn vingerknokkels van het schuren. Elke keer als ik een andere techniek probeer krijg ik weer blazen en schuur wonden op andere plekken. De huishoudster spreekt geen Engels maar met gebaren maken we elkaar duidelijk wat we bedoelen. Nu gebaard ze me steeds naar een krukje in de schaduw. Die ik eigenwijs weer oppak en in de zon neer zet. Hoezo schaduw, ik wil bruin worden. Ze haalt haar schouders op en snapt er duidelijk niets van, vrijwillig in de zon zitten? Dat is toch veelste warm?!
Als het wassen klaar is en alle kleding aan de was lijn, op de muur en op de grond ligt om te drogen is het meestal rond een uur of 10 en is het tijd voor mijn eigen bad. Ik kijk of er nog water in de ton zit waar mee gekookt wordt en besluit dan om zelf naar de pomp te lopen. De pomp is recht tegenover de school, dus ik word om de oren gevlogen door kinderen. ‘Moeten jullie niet in je klaslokaal zijn?’, denk ik bij mezelf. Maar blijkbaar is het hier heel normaal dat kinderen even naar buiten, even naar huis of even een rondje om gaan. Zelf pompen hoef ik in elk geval niet, de kinderen staan in de rij om mij te helpen.
Ik neem mijn bucket shower en dan is er even tijd voor mezelf. Ik pak mijn boek of m’n laptop en trek me even terug op de veranda. Soms pak ik de taxi naar Effiduase om een blogje te plaatsen op internet. Je weet die gedeelde taxi, waarvan je nooit weet hoe laat hij vertrekt. Ja zodra hij vol zit. Lees; 4 passagiers op de achterbank en 2 op de bijrijdersstoel, en waarmee dan op volle snelheid over bulten en hobbels wordt gereden terwijl er dikke rode stof door de ramen, die vaak niet dicht kunnen, naar binnen waait. Ik ben opgehouden met kijken naar de km teller, die doet het meestal toch niet. Ik ben gewend geraakt aan de heuvel die de auto eerst af moet voordat hij gestart kan worden (lege accu?) en ik ben gewend geraakt aan het proppen en wachten. Zelfverzekerd zit ik in de taxi, ookal heb ik geen gordel aan en rijdt hij naar mijn idee veelste snel.
Tegen een uur of 12 begint de hostmother, samen met het dochtertje Anoedja (8) van de huishoudster die niet naar school gaat, aan het middag eten en ik zorg dat ik dan altijd in de buurt van de keuken ben. Ik speel met Kwabena (2), het zoontje van de huishoudster. Meestal moet ik vragen of ik iets voor ‘Ma’ kan doen en dan wordt er iets gemakkelijks voor me gezocht. Maar heel soms komt ze ook uit zichzelf naar me toe met een stel takken/wortels en een mes. ‘Aaaah ik mag casava snijden’. Dat laatste komt niet meer zo vaak voor, sinds een week geleden. Na onze Fofu workshop, waar we ook casava mochten snijden, begin ik erg zelfverzekerd aan de wortels. Ik hak met een mes, zo groot als mijn hele arm en best zwaar, en doe mijn best alle schil en middenstukken er uit te halen. De huishoudster is enthousiast en zegt dat ik erg goed ben. Maar dan… Ik heb het helemaal verkeerd gedaan. Veelste weinig van het middenstuk uit de wortel gehaald en daarom moet er na het koken een hele pan, dankzij mij, opnieuw worden bekeken en gesneden. Sorry! In eerste instantie voel ik me schuldig, maar daarna komen de lachkriebels in me op. ‘Ja hallo, die dingen hebben wij thuis niet hoor, weet ik dat!’. Ook komt de gedachten aan een zin in de ervaar Ghana gids bij me naar boven; -Blanken zijn als kleine kinderen, ze doen precies wat jij doet, maar weten nog niet waarom-. Ja dat klopt, ik deed precies wat de huishoudster deed, een stuk uit het midden hakken. Weet ik veel hoe groot dat stuk moet zijn en dat je dat stuk niet kan eten..
Het loopt tegen enen en ‘Ma’ heeft mijn lunch op tafel staan; ‘Eveline, co didi’ (Eveline ga eten). Dus sta ik op en kijk wat er voor mij op het menu staat; gekookte yam, veelste veel natuurlijk, met een sausje en een sinaasappel of 3 pannenkoeken met suiker. Ik eet mijn lunch, laat de helft staan en ondertussen stromen de kinderen binnen. De school is uit. De kinderen begroeten me met hun rechter hand tegen hun slaap (zoals soldaten) ‘Evi goodafternoon’. Goodafternoon zeg ik terug. De kinderen trekken hun uniform uit en hun speelkleding, die wij vanochtend gewassen hebben en inmiddels op een hoop midden in de woonkamer is gegooid, aan. De kinderen krijgen hun lunch en daarna is het tijd om te spelen. We (de tweeling Atta John 1 &2 (10), Yaw (10) de brutaalste van het stel, Opoku (8) en Anja (10) (vernoemd naar Anja uit NL) spelen voetbal, ik word al aardig goed in richten. Als de rest zich bij ons voegt spelen we een ander balspel waar je de bal maar 1x aan mag raken, we spelen zakdoekje leggen, Anne-Marie koekoek, twee emmertjes water halen, schipper mag ik over varen, we doen de plopdans, ze leren mij allerlij handje klap spelletjes en we doen de stoeltjes dans en zingen daarbij veel liedjes. Ik vertaal de Nederlandse liedjes zo goed en hard als het gaat in het Engels en zij doen het zelfde bij liedjes uit het Twi. Dus we zingen: ‘Kaptain may I pass the sea, yes or no. Do I have to pay some toll, yes or no.’ Tijdens het zingen wordt er geklapt en gedanst en er ontstaan dikwijks hele ritme volle en swingende drumpartijen meestal geleid door Liesbeth aka Elli (8).
Ook gaan we regelmatig naar de farm, zeker nu de kinderen vakantie hebben. De kinderen werken hard en ik probeer ze te helpen. Gaten graven met een mes om bomen te planten, op zoek naar cassava in de grond, een boom beklimmen om plantian te plukken. Het zweet loopt me bij 2 stappen al op de rug en ik bewonder de kinderen om hun conditie een hun kracht. Jeetje wat zijn deze kinderen sterk. Wederom krijg ik na een paar activiteiten al blaren op mijn handen en nu is het mij dan écht duidelijk dat ik geen werkhanden heb. Laat het denken maar aan mij over ;).
Als de huishoudster ‘sister’, zoals we haar noemen, aan het avond eten begint helpen de grote meiden, Gifty (10), Cecillia (12) en Stella (15) fanatiek mee. Ik zit er bij, kijk er na, stel vragen en mag af en toe wat na doen. Ik geniet van het buiten zijn, het buiten koken, het groen afval wat hier gewoon op de grond wordt gegooid en de kippen die overall tussendoor lopen om etensrestjes te bemachtigen, de bakjes water waarmee je je handen wast. En ondertussen vang ik het laatste zonnetje in m’n gezicht. Ben ik al bruin?!
Ondertussen heeft ‘Ma’ mijn eten klaar en staat er weer een groot bord rijst op me te wachten. De laatste tijd mag ik steeds vaker met de pot mee eten en dit vinden de kinderen én ik erg leuk. Ze lachen me uit om m’n geklungel als ik met m’n handen soep eet. Ze lachen nog harder bij het vieze gezicht dat ik trek als ik banku probeer, wat een rare smaak. En jeetje wat is met handen eten eigenlijk moeilijk, raar, vies en heel erg leuk!
Als ik klaar ben met eten wordt er voor de kinderen opgeschept en neem ik weer een bad. Het is tijd voor lange kleding en DEET-creme, want binnen een half uur, om half 7, is het donker. Als ik klaar ben en de kinderen uit gegeten zijn doen we in het donker, buiten de afwas. In twee teiltjes water uit het beekje. Een spons wat sop en zonder droog doek, dat droogt vanzelf wel op en anders niet.
Vaak valt rond deze tijd de stroom uit en zien we ons te vermaken in het donker. Klapspelletjes op de tast of een Ghanees bordspelletje bij het schijnsel van een zaklamp. Als het licht het wel doet moet er huiswerk worden gemaakt en worden gelezen. De meeste kinderen redden zich zelf wel en zitten stil en braaf aan hun huiswerk, zoals Stephen (14) bijvoorbeeld. Maar de rest moet nog wel eens aan het werk gezet worden. Vader komt langs en de tv, die ieders aandacht eiste wordt uitgezet. De boekjes worden op tafel gelegd en Kate (13) en Prince (8) zoeken mij op. In kleine stapjes en soms onder grote frustratie van mij probeer ik ze iets van de engelse taal bij te leren. De kinderen zijn gewend woorden te gokken. De tekst gaat bijvoorbeeld over de tandarts, nou dan zal dat moeilijke woordje wel ‘tand’ zijn of ‘snoep’. Niet dus. Ik heb zo’n vermoeden dat dit op school flink wordt afgestraft (met een stok) en dat er geen aandacht is voor evt. disslectie of andere handicap of achterstand. Ik ben blij dat er in Anja’s Childrens Home zelf niet geslagen wordt! De kinderen zelf zijn trouwens naar elkaar wel erg handtastelijk. Moeilijk voor mij om te zien en te horen of het vriendschappelijk is, of dat er echt ruzie is. Ze praten namelijk steeds in hun eigen taal met elkaar en ze schreeuwen altijd. Ook hun gezichtsuitdrukking is nauwelijks te lezen.. Maargoed, ik benader de kinderen positief, overlaad ze met complimentjes en probeer daarmee hun motivatie bij het lezen vast te houden. Bij Kate en Prince lukt dit aardig. Bij Abraham (10) die zijn eigen naam niet eens kan spellen is dit een stuk lastiger. Vaak is hij tijdens het lezen geluidloos aan het huilen of loopt hij om de twee minuten naar buiten om te plassen. Soms is het voor mij even frustrerend als het voor hem moet zijn en ik probeer daarom ook de makkelijkste boekjes uit te zoeken voor hem. Zodat hij toch wat succesjes op kan doen en er ook voor mij nog een beetje fun aan is. Moeilijk hoor! Vooral als er andere kinderen om heen zitten die de moeilijke lezers uitlachen, afleiden of gewoon met z’n alle teveel kabaal maken zodat ik de lezers niet eens kan verstaan. Ook zijn de Engelse boekjes die ze hebben óf te makkelijk óf juist een niveau te moeilijk. En de boekjes die ze hier hebben zijn al zo beperkt dat ze vaak niet eens meer lezen, maar het verhaal uit hun hoofd kennen. Dus ik probeer spelletjes zoals galgje of spellingswedstrijdjes te bedenken om de kinderen toch een beetje te prikkelen.
Als het dan uiteindelijk tegen een uur of negen loopt ligt de helft van de kinderen al op de grond of op tafel te slapen en maak ik een voor een wakker om vervolgens naar bed te sturen. Om half 10 moeten alle kinderen op bed liggen en ik ben vaak reuze blij als ik dat haal. Want uitgeput en moe als ik ben sneak ik vaak al ietsje eerder mijn bedje in.
Weltrusten ;)
Wat ik trouwens ook nog even wil vertellen is dat er behalve de kinderen die ik boven heb beschreven nu ook nog een stel andere kinderen is. Zoals Margret en de twee Isaac’s. Zij zitten normaal op de higschool en wonen daar ook. Maar nu heeft iedereen vakantie tot begin mei, vandaar dat ze nu hier zijn. Het is leuk om de kinderen nu de hele dag om me heen te hebben. Maar ook wel erg druk. Ik moet soms echt even op mijn kamer gaan zitten en de deur dicht trekken om mijn rustmomentje te pakken. Ik merk ook dat ik nu ’s avonds veel eerder afgeschreven ben. Wat kunnen die rakkers veel aandacht eisen zeg. Maar ook heel leuk! Ik moet eerlijk bekennen dat ik er al een beetje tegen op zie om over 4 weken hier weg te gaan. Ik zal ze écht gaan missen! Wat ik ook wel moet bekennen is dat ik het soms lastig vind dat de kinderen hier echt kei hard aan het werk zijn; water halen, huis schoonmaken, koken, op de farm werken, firewood zoeken, bomen planten. En altijd precies als we een spelletje aan het doen zijn komt hostfather of hostmother met een kortaf: ‘Bra’ (kom), en dan krijgen ze weer een opdracht. Dit ben ik echt niet gewend in Nederland.. En ook voel ik mezelf dan heel machteloos. Ik krijg die opdracht namelijk niet mee (wordt in het Twi gegeven), dus de kinderen gaan weg en ik heb geen idee wat ze gaan doen en of ik ze kan helpen. En dit vragen ze niet uit zichzelf en ook als ik het aanbied wijzen ze hulp meestal af omdat ze gewend zijn het altijd zelf te doen. Soms wou ik dat ik twi sprak, zodat ik wist wat de opdracht was en uit me zelf mee kon doen. Maar goed, voor nu doen we het maar met een omweg en vraag ik de kinderen om een vertaling ;-).
Verder is er in het weekend de gelegenheid om te reizen, zo ben ik afgelopen zondag naar het Bobirri forrest gereisd (dit was heeerlijk rustig en ontspannend!!!!, zie foto’s) en gaan we komend weekend een gehandicapten dorp bezoeken.
Tot de volgende keer ;-).
Reacties
Reacties
Net weer even de tijd genomen om bij te lezen, want je ervaringen lees je niet "even". Daar moet je echt even de tijd voor nemen ;-). Bij iedere moment/ iedere ervaring denk ik: allemaal goed onthouden, hier ga je nog heel lang op terugkijken! Weet je nog toen je aankwam en op zoek ging naar je draai? Groetjes en geniet heerlijk verder, Katrien
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}