A day in Anja's Children's home
A day in Anja’s Childrenshome
Hallo allemaal, ik zal vandaag in mijn verhaaltje proberen een van mijn dagen hier te omschrijven. Al is geen een dag het zelfde. Ten eerste zal ik wat meer uitleggen over Anja’s childrenshome.
Anja is een vrouw uit NL (die ik nog niet ontmoet heb, maar dat waarschijnlijk begin mij wel ga doen) die een aantal jaar geleden ook vrijwilligers werk in Ghana heeft gedaan. Wat en hoe weet ik niet precies, maar in ieder geval heeft ze toen in 2007 Anja’s Children’s Home opgericht. De hostfather (Alex) en hostmother (Forstina) runnen het complex en wonen ook in het gebouw. Ook hun eigen kinderen (in ieder geval de kleinste) groeien hier op. De kinderen die in Anja’s Children’s Home leven zijn niet per se wees. Ze kunnen ook om een andere reden hier worden geplaatst. Bijvoorbeeld door mishandeling of verwaarlozing thuis of door dat ouders niet voor hen kunnen zorgen. Tot mijn verbazing ben ik er achter gekomen dat ze hier in Ghana een soort van kinderbescherming hebben of socialwork waar die kinderen dan terecht komen en vanuit waar ze dus bij Anja’s Childrens Home kunnen worden opgenomen. Erg interessant en goed dat het er is natuurlijk. Tot zover wat informatie over Anja’s Children’s Home.
Daar is dat geluid weer. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het 04:40 is, zoals elke ochtend. Het geluid van een soort bel heeft me wakker gemaakt. Het lijkt wel of iemand op een pan slaat, maar toch klinkt het best vriendelijk. Een vriendelijke pan, met een soort ritme er in. Ik draai me om, ik kan nog een dik uur slapen maar na een kwartier word ik weer wakker van het geluid. Nu is het vijf uur, terwijl ik besluit nu echt eens aan de hostfather te gaan vragen waar dat geluid vandaan komt val ik weer in slaap. Sssssttt ik heb nog een uur. Om 6 uur gaat mijn eigen wekker, die ik eigenlijk niet hoef te zetten want mijn ingebouwde wekker is inmiddels aan het tijdstip gewend en ik wordt meestal zelf al wakker. Buiten zijn al kindervoetjes op slippertjes hoorbaar die om het huis heen slenteren. Hier en daar hoor je het geluid van een bos takken die over de grond wordt gehaald; de kinderen zijn aan het vegen. De kikkers zijn stil, eindelijk, hadden ze dat gisteren avond al niet kunnen zijn toen ik probeerde te slapen?! Ik kruip uit m’n lakenzak, glip onder m’n musqito net door en stap uit bed. M’n lange slaap kleding die ik draag tegen de muggen kan uit en ik schiet in een wat kortere broek en een shirtje. Ik rits de wcrol van m’n kastje, die ik daar bewaar omdat de kinderen hem anders opmaken en loop naar het toilet. Iedereen die ik onderweg tegen kom begroet ik met een vriendelijke ‘goodmorning’. Na een sanitaire stop, pak ik een lege emmer en zoek de kinderen op die al bij het beekje zijn om water te halen. Behalve op dinsdag, dinsdag is de geboorte dag van het beekje (volgens de chief van het dorp) en dan mag er geen water gehaald worden. Dan wordt het beekje (Sabine) boos en zouden de goden of voorouders ook boos kunnen worden en brengt dus ongeluk. Mijn emmertje wordt gevuld door een van de kinderen terwijl ik de slaap nog uit m’n ogen sta te wrijven. Pff.. toch vroeg zo elke ochtend. De kinderen zijn op blote voeten, want ook als je slippers draagt bij het beekje zou Sabine wel eens boos kunnen worden. We lopen terug naar huis. De kinderen met een emmer op het hoofd en ik ook, met een emmer die elke dag een beetje voller wordt gedaan. Behoorlijk zwaar, niet te snel lopen, hoofd stil houden en onder tussen uitkijken waar ik mijn voeten zet anders klotst het water over de rand en word ik kledernat. Ik ben elke dag toch weer trots als het me gelukt is 4x op en neer te lopen met dat ding op mijn hoofd.
Bij het huis aangekomen groet ik de hostmother, die al met mijn ontbijt bezig is en vraag of ze water wil koken voor de twee kleinste. Yolan (4) en Kofi (5) krijgen namelijk als enigste warm water om te wassen. Dit zijn ook de enige twee die worden gewassen, de rest doet dit zelf. Yolan zit al braaf zijn tanden te poetsen voor op de speelplaats. En Kofi is nog nergens te bekennen. Zoals elke ochtend slaapt hij nog. Ik maak hem wakker en met z’n ogen nog dicht wankelt ook hij naar buiten. Tegen de tijd dat het water, in een emmer, gebracht wordt heeft ook hij zijn tanden gepoetst en staan ze alletwee met handdoek en spons klaar.
Met een spons, dat meer lijkt op een stuk gaas van zachte stof, en een blokje zeep probeer ik wat schuim te krijgen. Gelukkig ben ik al wat achter de techniek gekomen en gaat het en stuk makkelijker dan in het begin. Ik sop Yolan helemaal in. Dan moet ik snel opzij springen, hij begint namelijk te plassen. De kinderen die zich om ons heen bij andere emmertjes aan het wassen zijn moeten lachen. Ghaneesen vinden plassen niet naar het toilet gaan. Plassen kun je overal doen en dit doen ze dan ook overal en op elk moment. In huis doen ze het in een emmer, die later over de schutting wordt gegooid. Maar buiten plassen ze gewoon op het moment waar ze dan zijn. Niet ergens aan de kant tegen een muurtje of achter een bosje. Gewoon waar je op dat moment staat. De grote boodsschap doen ze wél op het toilet. Wat moeten ze wel niet van mij denken.. Ik ga meerdere keren op een dag naar het toilet… ‘Yolan! Please warn me the next time!’ Zeg ik met een gemaakte boze blik. Maar eigenlijk moet ik er ook wel om lachen. Uiteindelijk spoel ik hem af met en kleiner emmertje en help hem bij afdrogen waarna ik Kofi bij me roep en bij hem het zelfde doe. Terwijl ik Kofi afdroog en hem gebaar zijn vieze kleding op de grote hoop te gooien is Yolan al naar binnen om zijn uniform aan te trekken. Samen met Kofi loop ik naar binnen om zijn uniform en sokken te gaan zoeken, die is hij namelijk elke ochtend kwijt. Ik help hem aankleden, strik zijn veters en stuur hem naar school. Waar het ‘Ghana schoolfeeding programme’ is. (Een programma georganiseerd door de overheid om ouders te ontlasten met een warme maaltijd per dag, en waardoor kinderen naar school sturen wordt gestimuleerd) Dus de kinderen krijgen dus daar hun ontbijt. Het is nu bijna half 8 en mijn ontbijt staat al op tafel klaar. Wat zou het vandaag zijn? Oliebollen (die ik laat staan) met een soort papje gemaakt van granen en water of suikerbrood met een omelet? Terwijl ik mijn ontbijtje naar binnen werk en het zweet me uitbreekt door het warme eten en de warme thee lopen er nog steeds kindjes rond die half of nog niet aangekleed zijn. Sommige groeten me omdat ze naar school gaan en anderen moeten hun bad nog nemen. Geen idee hoe laat ze officieel op school moeten zijn, maar de ene dag zijn ze om half 8 allemaal weg, de andere keer pas om half 9.
Na mijn ontbijtje ga ik de ene dag de woonkamer poetsen. Met een handdoek doe ik de ramen af (een stofdoek hebben ze hier niet en een sopje om te poetsen schijnen ze hier ook niet te kennen), ik veeg de ruimte en dweil hem uiteindelijk. Nouja, dat dweilen is na de eerste keer door de hostmother zelf overgenomen. Ik mag het niet meer doen. Uit beleefdheid? Of deed ik het verkeerd? Op sommige dagen als ik niet de woonkamer poets, maar bijvoorbeeld eerst aan mijn eigen kamer begin of mee ga helpen met de was, is ze al aan het dweilen begonnen voordat de woonkamer geveegd is. Ja.. die volgorde schijnen ze ook niet te kennen of gewoon te negeren. Achja. Ik help de huishoudster met de was van de kinderen. De grote kinderen moeten op zaterdag hun eigen was doen dus deze zit er niet bij. Elke dag wordt de kleding met de hand gewassen. En ik kan zeggen dat dit veel is! En vies! Het moet twee of drie keer met zeep geschrobd worden voordat het uitgespoeld en opgehangen wordt. De eerste weken heb ik wondjes op mijn vingerknokkels van het schuren. Elke keer als ik een andere techniek probeer krijg ik weer blazen en schuur wonden op andere plekken. De huishoudster spreekt geen Engels maar met gebaren maken we elkaar duidelijk wat we bedoelen. Nu gebaard ze me steeds naar een krukje in de schaduw. Die ik eigenwijs weer oppak en in de zon neer zet. Hoezo schaduw, ik wil bruin worden. Ze haalt haar schouders op en snapt er duidelijk niets van, vrijwillig in de zon zitten? Dat is toch veelste warm?!
Als het wassen klaar is en alle kleding aan de was lijn, op de muur en op de grond ligt om te drogen is het meestal rond een uur of 10 en is het tijd voor mijn eigen bad. Ik kijk of er nog water in de ton zit waar mee gekookt wordt en besluit dan om zelf naar de pomp te lopen. De pomp is recht tegenover de school, dus ik word om de oren gevlogen door kinderen. ‘Moeten jullie niet in je klaslokaal zijn?’, denk ik bij mezelf. Maar blijkbaar is het hier heel normaal dat kinderen even naar buiten, even naar huis of even een rondje om gaan. Zelf pompen hoef ik in elk geval niet, de kinderen staan in de rij om mij te helpen.
Ik neem mijn bucket shower en dan is er even tijd voor mezelf. Ik pak mijn boek of m’n laptop en trek me even terug op de veranda. Soms pak ik de taxi naar Effiduase om een blogje te plaatsen op internet. Je weet die gedeelde taxi, waarvan je nooit weet hoe laat hij vertrekt. Ja zodra hij vol zit. Lees; 4 passagiers op de achterbank en 2 op de bijrijdersstoel, en waarmee dan op volle snelheid over bulten en hobbels wordt gereden terwijl er dikke rode stof door de ramen, die vaak niet dicht kunnen, naar binnen waait. Ik ben opgehouden met kijken naar de km teller, die doet het meestal toch niet. Ik ben gewend geraakt aan de heuvel die de auto eerst af moet voordat hij gestart kan worden (lege accu?) en ik ben gewend geraakt aan het proppen en wachten. Zelfverzekerd zit ik in de taxi, ookal heb ik geen gordel aan en rijdt hij naar mijn idee veelste snel.
Tegen een uur of 12 begint de hostmother, samen met het dochtertje Anoedja (8) van de huishoudster die niet naar school gaat, aan het middag eten en ik zorg dat ik dan altijd in de buurt van de keuken ben. Ik speel met Kwabena (2), het zoontje van de huishoudster. Meestal moet ik vragen of ik iets voor ‘Ma’ kan doen en dan wordt er iets gemakkelijks voor me gezocht. Maar heel soms komt ze ook uit zichzelf naar me toe met een stel takken/wortels en een mes. ‘Aaaah ik mag casava snijden’. Dat laatste komt niet meer zo vaak voor, sinds een week geleden. Na onze Fofu workshop, waar we ook casava mochten snijden, begin ik erg zelfverzekerd aan de wortels. Ik hak met een mes, zo groot als mijn hele arm en best zwaar, en doe mijn best alle schil en middenstukken er uit te halen. De huishoudster is enthousiast en zegt dat ik erg goed ben. Maar dan… Ik heb het helemaal verkeerd gedaan. Veelste weinig van het middenstuk uit de wortel gehaald en daarom moet er na het koken een hele pan, dankzij mij, opnieuw worden bekeken en gesneden. Sorry! In eerste instantie voel ik me schuldig, maar daarna komen de lachkriebels in me op. ‘Ja hallo, die dingen hebben wij thuis niet hoor, weet ik dat!’. Ook komt de gedachten aan een zin in de ervaar Ghana gids bij me naar boven; -Blanken zijn als kleine kinderen, ze doen precies wat jij doet, maar weten nog niet waarom-. Ja dat klopt, ik deed precies wat de huishoudster deed, een stuk uit het midden hakken. Weet ik veel hoe groot dat stuk moet zijn en dat je dat stuk niet kan eten..
Het loopt tegen enen en ‘Ma’ heeft mijn lunch op tafel staan; ‘Eveline, co didi’ (Eveline ga eten). Dus sta ik op en kijk wat er voor mij op het menu staat; gekookte yam, veelste veel natuurlijk, met een sausje en een sinaasappel of 3 pannenkoeken met suiker. Ik eet mijn lunch, laat de helft staan en ondertussen stromen de kinderen binnen. De school is uit. De kinderen begroeten me met hun rechter hand tegen hun slaap (zoals soldaten) ‘Evi goodafternoon’. Goodafternoon zeg ik terug. De kinderen trekken hun uniform uit en hun speelkleding, die wij vanochtend gewassen hebben en inmiddels op een hoop midden in de woonkamer is gegooid, aan. De kinderen krijgen hun lunch en daarna is het tijd om te spelen. We (de tweeling Atta John 1 &2 (10), Yaw (10) de brutaalste van het stel, Opoku (8) en Anja (10) (vernoemd naar Anja uit NL) spelen voetbal, ik word al aardig goed in richten. Als de rest zich bij ons voegt spelen we een ander balspel waar je de bal maar 1x aan mag raken, we spelen zakdoekje leggen, Anne-Marie koekoek, twee emmertjes water halen, schipper mag ik over varen, we doen de plopdans, ze leren mij allerlij handje klap spelletjes en we doen de stoeltjes dans en zingen daarbij veel liedjes. Ik vertaal de Nederlandse liedjes zo goed en hard als het gaat in het Engels en zij doen het zelfde bij liedjes uit het Twi. Dus we zingen: ‘Kaptain may I pass the sea, yes or no. Do I have to pay some toll, yes or no.’ Tijdens het zingen wordt er geklapt en gedanst en er ontstaan dikwijks hele ritme volle en swingende drumpartijen meestal geleid door Liesbeth aka Elli (8).
Ook gaan we regelmatig naar de farm, zeker nu de kinderen vakantie hebben. De kinderen werken hard en ik probeer ze te helpen. Gaten graven met een mes om bomen te planten, op zoek naar cassava in de grond, een boom beklimmen om plantian te plukken. Het zweet loopt me bij 2 stappen al op de rug en ik bewonder de kinderen om hun conditie een hun kracht. Jeetje wat zijn deze kinderen sterk. Wederom krijg ik na een paar activiteiten al blaren op mijn handen en nu is het mij dan écht duidelijk dat ik geen werkhanden heb. Laat het denken maar aan mij over ;).
Als de huishoudster ‘sister’, zoals we haar noemen, aan het avond eten begint helpen de grote meiden, Gifty (10), Cecillia (12) en Stella (15) fanatiek mee. Ik zit er bij, kijk er na, stel vragen en mag af en toe wat na doen. Ik geniet van het buiten zijn, het buiten koken, het groen afval wat hier gewoon op de grond wordt gegooid en de kippen die overall tussendoor lopen om etensrestjes te bemachtigen, de bakjes water waarmee je je handen wast. En ondertussen vang ik het laatste zonnetje in m’n gezicht. Ben ik al bruin?!
Ondertussen heeft ‘Ma’ mijn eten klaar en staat er weer een groot bord rijst op me te wachten. De laatste tijd mag ik steeds vaker met de pot mee eten en dit vinden de kinderen én ik erg leuk. Ze lachen me uit om m’n geklungel als ik met m’n handen soep eet. Ze lachen nog harder bij het vieze gezicht dat ik trek als ik banku probeer, wat een rare smaak. En jeetje wat is met handen eten eigenlijk moeilijk, raar, vies en heel erg leuk!
Als ik klaar ben met eten wordt er voor de kinderen opgeschept en neem ik weer een bad. Het is tijd voor lange kleding en DEET-creme, want binnen een half uur, om half 7, is het donker. Als ik klaar ben en de kinderen uit gegeten zijn doen we in het donker, buiten de afwas. In twee teiltjes water uit het beekje. Een spons wat sop en zonder droog doek, dat droogt vanzelf wel op en anders niet.
Vaak valt rond deze tijd de stroom uit en zien we ons te vermaken in het donker. Klapspelletjes op de tast of een Ghanees bordspelletje bij het schijnsel van een zaklamp. Als het licht het wel doet moet er huiswerk worden gemaakt en worden gelezen. De meeste kinderen redden zich zelf wel en zitten stil en braaf aan hun huiswerk, zoals Stephen (14) bijvoorbeeld. Maar de rest moet nog wel eens aan het werk gezet worden. Vader komt langs en de tv, die ieders aandacht eiste wordt uitgezet. De boekjes worden op tafel gelegd en Kate (13) en Prince (8) zoeken mij op. In kleine stapjes en soms onder grote frustratie van mij probeer ik ze iets van de engelse taal bij te leren. De kinderen zijn gewend woorden te gokken. De tekst gaat bijvoorbeeld over de tandarts, nou dan zal dat moeilijke woordje wel ‘tand’ zijn of ‘snoep’. Niet dus. Ik heb zo’n vermoeden dat dit op school flink wordt afgestraft (met een stok) en dat er geen aandacht is voor evt. disslectie of andere handicap of achterstand. Ik ben blij dat er in Anja’s Childrens Home zelf niet geslagen wordt! De kinderen zelf zijn trouwens naar elkaar wel erg handtastelijk. Moeilijk voor mij om te zien en te horen of het vriendschappelijk is, of dat er echt ruzie is. Ze praten namelijk steeds in hun eigen taal met elkaar en ze schreeuwen altijd. Ook hun gezichtsuitdrukking is nauwelijks te lezen.. Maargoed, ik benader de kinderen positief, overlaad ze met complimentjes en probeer daarmee hun motivatie bij het lezen vast te houden. Bij Kate en Prince lukt dit aardig. Bij Abraham (10) die zijn eigen naam niet eens kan spellen is dit een stuk lastiger. Vaak is hij tijdens het lezen geluidloos aan het huilen of loopt hij om de twee minuten naar buiten om te plassen. Soms is het voor mij even frustrerend als het voor hem moet zijn en ik probeer daarom ook de makkelijkste boekjes uit te zoeken voor hem. Zodat hij toch wat succesjes op kan doen en er ook voor mij nog een beetje fun aan is. Moeilijk hoor! Vooral als er andere kinderen om heen zitten die de moeilijke lezers uitlachen, afleiden of gewoon met z’n alle teveel kabaal maken zodat ik de lezers niet eens kan verstaan. Ook zijn de Engelse boekjes die ze hebben óf te makkelijk óf juist een niveau te moeilijk. En de boekjes die ze hier hebben zijn al zo beperkt dat ze vaak niet eens meer lezen, maar het verhaal uit hun hoofd kennen. Dus ik probeer spelletjes zoals galgje of spellingswedstrijdjes te bedenken om de kinderen toch een beetje te prikkelen.
Als het dan uiteindelijk tegen een uur of negen loopt ligt de helft van de kinderen al op de grond of op tafel te slapen en maak ik een voor een wakker om vervolgens naar bed te sturen. Om half 10 moeten alle kinderen op bed liggen en ik ben vaak reuze blij als ik dat haal. Want uitgeput en moe als ik ben sneak ik vaak al ietsje eerder mijn bedje in.
Weltrusten ;)
Wat ik trouwens ook nog even wil vertellen is dat er behalve de kinderen die ik boven heb beschreven nu ook nog een stel andere kinderen is. Zoals Margret en de twee Isaac’s. Zij zitten normaal op de higschool en wonen daar ook. Maar nu heeft iedereen vakantie tot begin mei, vandaar dat ze nu hier zijn. Het is leuk om de kinderen nu de hele dag om me heen te hebben. Maar ook wel erg druk. Ik moet soms echt even op mijn kamer gaan zitten en de deur dicht trekken om mijn rustmomentje te pakken. Ik merk ook dat ik nu ’s avonds veel eerder afgeschreven ben. Wat kunnen die rakkers veel aandacht eisen zeg. Maar ook heel leuk! Ik moet eerlijk bekennen dat ik er al een beetje tegen op zie om over 4 weken hier weg te gaan. Ik zal ze écht gaan missen! Wat ik ook wel moet bekennen is dat ik het soms lastig vind dat de kinderen hier echt kei hard aan het werk zijn; water halen, huis schoonmaken, koken, op de farm werken, firewood zoeken, bomen planten. En altijd precies als we een spelletje aan het doen zijn komt hostfather of hostmother met een kortaf: ‘Bra’ (kom), en dan krijgen ze weer een opdracht. Dit ben ik echt niet gewend in Nederland.. En ook voel ik mezelf dan heel machteloos. Ik krijg die opdracht namelijk niet mee (wordt in het Twi gegeven), dus de kinderen gaan weg en ik heb geen idee wat ze gaan doen en of ik ze kan helpen. En dit vragen ze niet uit zichzelf en ook als ik het aanbied wijzen ze hulp meestal af omdat ze gewend zijn het altijd zelf te doen. Soms wou ik dat ik twi sprak, zodat ik wist wat de opdracht was en uit me zelf mee kon doen. Maar goed, voor nu doen we het maar met een omweg en vraag ik de kinderen om een vertaling ;-).
Verder is er in het weekend de gelegenheid om te reizen, zo ben ik afgelopen zondag naar het Bobirri forrest gereisd (dit was heeerlijk rustig en ontspannend!!!!, zie foto’s) en gaan we komend weekend een gehandicapten dorp bezoeken.
Tot de volgende keer ;-).
De overtreffende trap en een Vrolijk Pasen!
Goodafternoon! How is every one in Holland? Ik vind het echt leuk om alle reacties te lezen en te zien wie mij allemaal volgen. Ook mensen waar ik het niet van had verwacht. Zo lees ik berichtjes van mijn achter tante uit Duitsland. Tante marjan uit Amsterdam die nauwelijks met een computer om kan gaan, collega's van mijn moeder die ik nog nooit gezien heb. De zus van frank wiens snoepzak jammer genoeg nu écht op is, (aah wat heb ik zin in snoepjes ?, eigenlijk in alles dat ik in NL nauwelijks eet, maar waar ik hier niet aan kan komen wil ik hebben, haha). En natuurlijk de berichtjes van m'n andere tantes, mijn vriendinnetjes en mijn eigen collega's. Echt heel erg leuk om alles te lezen. Wil iedereen via deze weg bedanken voor de reacties. Lukt me niet om op iedereen persoonlijk te reageren, daarom via deze weg; leuk, bedankt!!
De afgelopen week hebben we veel gedaan. En dan bedoel ik echt gedaan, bezocht en ondervonden. De Fofu workshop die we in het dorp hebben gevolgd (georganiseerd door Moon&Star) was écht een succes! We maakten Fofu en aten Pinda soep met onze handen. Just like Ghanieens! Wat lukt mij dus echt niet maar een poging was best leuk. En je leest het goed trouwens, pinda soep! Ja, ik ben allergisch voor pinda's maar blijkbaar koken ze het hier zo goed en lang door (de soep staat wel bijna een uur te koken) dat ik het gewoon kan eten. En lekker!! Het bezoek aan het Lake was ook een groot succes! De reis van bijna 3 uur is zeker de moeite waard voor 5 uurtjes plat, in onze bikini op een strandbedje! In NL klaag ik al als ik 2 uur moet rijden om in het noorden een weekendje door te brengen, maar goed dit is Afrika. Hier doen we dat gewoon ?. We komen ook letterlijk alleen nog maar ons strandbedje af om de 5 meter naar het water te overbruggen en om naar ons tafeltje te sjokken waar ik m'n ghaneese malt ‘biertje' bestel, we heerlijk westers eten (PIZZA!!) en toetjes bestellen! Toch jammer van de chocolade taart die op het menu staat maar die ze uiteindelijk niet blijken te hebben. Maar ik ben al reuze blij met m'n fruit salade, kopje koffie en bolletje ijs! Wat moeten die Ghaneesen hebben gelachen toen ze twee blanken zagen die hun kleding uit trokken maar daar onder nog steeds hun kleding aan leken te hebben. Lees; m'n shirt en knie broek staan als witte vlekken op m'n huid getatoeëerd. En daar heeft een dagje Lake echt niets aan kunnen veranderen, haha.
De dagen daarna staan in het teken van Rozemarijn's vertrek. Zondag gaan we naar de kerk, waar ik mijn ogen nauwelijks open kan houden. Damn, ik had vanochtend die oploskoffie moeten nemen (uit het westerse winkeltje in Kumasi) bij m'n ontbijt. Maandag wassen we nog wat kleding, onder genot van een gigantische regenbui waarvoor we net op tijd naar binnen kunnen rennen en de kleding in veiligheid kunnen stellen. Als het zo hard regent worden er (blijkbaar als van zelfsprekend, maar ik vind het best bijzonder) overal emmers en tonnen buiten over de plaatst verspreid. Dit om het water op te vangen, waar dan vervolgens weer mee gewassen en gedouched kan worden. Scheelt toch weer een emmertje op je hoofd van het beekje naar huis sjouwen! Dinsdag gaan we bij onze NLse buurvrouw lunchen, maken we nog wat laatste foto's van Rozemarijn met de kinderen en wordt er 's avonds voor Rozemarijn gezongen. En woensdag ochtend vertrekken we samen richting Cape Coast, waar we nog wat zullen gaan sight seen voordat Rozemarijn zondag 8 april naar huis vertrekt.
In Cape Coast aangekomen, na een reis die redelijk snel en volgens Ghaneese begrippen op tijd verloopt, dumpen we onze spullen in een goedkoop guesthousje. Gelukkig had ik die al opgezocht in de reisgids bij de buren. En dit guesthousje wekt herinneringen op aan Thailand. Waar ik ook het blauwe muskitonet met veel geklungel kreeg opgehangen. Gelukkig heb ik deze keer wel hulp -sorry Es, kon het niet laten-, want Rozemarijn helpt me fanatiek mee bij het uitzoeken van mogelijke hang en span punten. Na dat we ons geïnstalleerd hebben, gaan we op zoek naar een restaurantje. En dan nu mijn cocktail waar ik al de hele dag naar verlang. Oke, er staan geen cocktails op de kaart. Maar het pak sangria dat vervolgens op tafel wordt gezet, gaat toch met plezier bij mij naar binnen. Zo lekker. Drankje, wind in je gezicht en het uitzicht op zee, strand en palmbomen. Ik zeg vakantie! Als daar dan vervolgens nog een chicken tonight en als toetje een pannenkoek met ijs en fruit aan toegevoegd wordt, met op de achtergrond een door Amerikanen ingehuurde gitarist, is mijn avond compleet. Ik geniet!
We spreken af om de wekker om 7 uur te zetten, maar zijn beide om 6 uur klaar wakker. Tja dat ritme zit er nu eenmaal in. Dus er maar uit. Douchen onder een kraan waar nauwelijks water uit komt. Zucht, doe mij maar een bucket shower. En daarna opzoek naar een ontbijtje.
Na het ontbijtje gaan we richting Cape Coast Castle. Ik weet niet of jullie goed hebben opgelet tijdens de geschiedenisles vroeger, of dat jullie toevallig mijn advies hebben gevolgd en het boek ‘Anansi's web' hebben gelezen. Maar Cape Coast Castle is een van de kastelen langs de kust van Ghana (vroeger Goldcoast) vanuit waar de slavenhandel werd gedreven. In de forten zijn kleine ondergrondse bunkers waar 200/250 slaven maandenlang op een kluitje hebben vast gezeten voordat ze per schip vervoerd werden naar o.a. Suriname. Om daar op plantages voor Hollanders en Portugesen te werken. Terwijl ik daar loop kan ik me nauwelijks voorstellen dat mensen écht zo cru kunnen zijn om andere mensen maanden zonder verse lucht, zonder daglicht in hun eigen uitwerpselen gevangen te houden. Om ze vervolgens door de ‘door of no return' zonder afscheid hun land uit te voeren en nooit meer terug te laten komen. Verschrikkelijk zeg! Echt erg vind ik het pas als we bij Elmina fort aankomen. Het fort waar de Nederlandse sporen duidelijk te zien zijn. Verschillende opschriften op het gebouw, de Nederlandse leeuw op de gevel en een Nederlandse naam op een grafsteen. Dit is ook mijn geschiedenis! Of dat al niet erg genoeg is hangt er in de kelders een sterke ijzer of metaal geur die me doet denken aan de geur van bloed. De daadwerkelijke geur zal wel van de verroesting en ouderdom van de materialen afkomen maar ik kan er niets aan doen dat ik moet denken aan alle doden die hier in het verleden gevallen zijn..
Na een ochtend cultuur snuiven besluiten we onze dag af te sluiten aan het strand. In de bus de vorige dag ontmoetten we een jongen Hans, uit Nederland. We besluiten naar zijn hotel aan zee te gaan en te kijken of het hotel écht zo relaxed is als hij deed voorkomen. Ook spreken we daar af met Pita en Krista (met deze meiden zal ik de laatste twee weken gaan reizen). Zij werken met zijn tweeën in Teshiman in een weeshuis. En we hebben afgesproken om morgen samen met hun een dagje op avontuur te gaan. Ik drink die avond eindelijk mijn echte cocktail en we waaien heerlijk uit aan het strand om vervolgens redelijk op tijd naar bed te gaan, en de volgende dag weer om 6 uur klaar wakker te zijn.. Op naar de touwbruggen tussen de toppen van de bomen, op 40m hoogte in Kakum NP!
De volgende ochtend ontmoeten we Hans in een ontbijttentje om de hoek en besluiten een taxi chauffeur voor de dag af te huren. Bij het park aangekomen koop ik heel stoer m'n kaartje, slik 6x opkomende misselijkheid weg en breng een poosje op het toilet door om af te koelen. Heb ik gisteren wat verkeerds gegeten, of is dit de angst voor wat er komen gaat? Als onze gids ons roept om te vertrekken heb ik het gevoel alsof ik beter m'n bed in kan kruipen maar ik loop stoer mee. De eerste wandel tocht bestaat uit het beklauteren van een heuvel en een aantal trappen. Ik verstap mezelf meerdere keren en dat maakt mij niet echt heel veel zekerder voor de touwbruggen straks. Daar moet ik écht m'n hoofd er bij houden want als ik daar mis stap is de val 40 meter diep...
Eenmaal bij de touwbruggen aangekomen gaat Pita mij voor, zij werkt in de zomer in de Ardennen, waar ze veel klimmen, dus weet hoe ze mensen met hoogtevrees er door heen moet praten. Ik loop haar achterna en merk dat ik eigenlijk helemaal niet zo bang ben. Oke, ik moet niet elk scheurtje in de planken of losse stokjes in het touw gaan bekijken en al zeker niet nadenken dat er iets mis kan gaan. Maar het gaat best goed. Ik durf zelfs naar beneden te kijken. Als ik dat doe zie ik ongeveer 15 meter onder me de toppen van lagere bomen. Die er als een bladerbedje uit zien, dus eigenlijk lijkt het helemaal niet zo hoog. Ik besluit dan ook niet de korte, maar de lange route te nemen en alle 7 bruggen over te steken. Zolang ik niet alleen op de brug sta, er vlak voor mij iemand anders loopt en de brug niet te veel wiebelt voel ik me prima. En kan ik zelfs van het uitzicht genieten en een paar foto's schieten ?! Ik voel me zo stoer! Dit is nog eens iets anders dan de teamdag van vorig jaar waar ik in een gymzaal maar 2 stappen op het parcours tegen het plafond aan kon zetten, waarna ze mij naar beneden hebben moeten begeleiden. Op de touwbruggen heb ik geen moment gedacht aan mijn misselijkheid en buikpijn van vanochtend. Dus hierbij meteen mijn eerste reistip: Last van buikloop of misselijkheid? Op naar de touwbruggen van Kakum en het verdwijnt onmiddellijk! Haha.
Na de Canopy Walkway overleefd te hebben laten we ons door onze chauffeur naar Wassa Domama brengen waar we een verborgen ‘shrine' willen bezoeken. De chauffeur weet niet echt de weg en we moeten een aantal keer stoppen om de weg te vragen maar uiteindelijk vinden we het bezoekerscentrum, waar we onze tour boeken. Bestaande uit een gids, een korte hikking tocht, het bezoeken van de ‘shrine' en een boottocht. Omdat we onze eigen chauffeur hebben, halen we twee uur van de tocht af, door het eerste stuk met de auto af te leggen. Net of dat de auto nog niet vol genoeg zat met 6 personen, wil nu onze gids ook mee liften. Ach, dit proppen zijn we ondertussen wel gewend dus niemand klaagt. Al moet er af en toe wel een been worden verschoven die in slaap is gevallen. De weg wordt steeds smaller, hobbeliger en kuiliger en je kunt merken dat onze chauffeur alleen gewend is in de stad te rijden want hij rijdt een stuk rustiger en voorzichtiger dan de chauffeurs bij ons in het dorpje.
De hikking tocht gaat door een dik bebost gebied en moet erg mooi zijn geweest. Veel tijd om van het uitzicht te genieten krijgen we niet want volgens mij moet onze gids de bus halen. Waar is dat Ghaneese tempo opeens gebleven? Lekker doorstappen dus maar, doe ik eindelijk wat beweging op. Die conditie van mij is er hier niet beter op geworden zeg.. Buiten adem en bezweet komen we bij de rotsen aan, die me toch wat tegen vallen. Onze gids vertelt een verhaal over een jager en een stel goden. Maar wij als nuchtere Nederlanders moeten toch écht even vragen wat de gewone verklaring is voor deze ongewone blokken rots midden in het bos. Maar daar weet onze gids geen antwoord op, dus we houden het maar bij het geesten verhaal. Onze chauffeur is mee gelopen en maakt als een echte toerist foto's met zijn mobieltje. Dan besluit onze gids dat we naar boven klimmen. Naar de top van de rots. Prima, zo zelfverzekerd als ik ben na het doorstaan van de touwbruggen klim ik als een sneltrein naar boven. Daar boven kom ik al snel tot de conclusie dat ik misschien wat overmoedig was, want shit, ik moet ook nog terug naar beneden. Tegen de tijd dat de helft al beneden is en ik aan de beurt ben, is de moed me al in de schoenen gezonken. Ik weet niet wat ik voel, maar het lijkt of ik geen kracht in m'n spieren heb en er grijpt me een enorme angst om de keel. Ik raak in paniek en dan lukt het me dus al helemaal niet meer. Heel lief hoe iedereen me uiteindelijk naar beneden heeft gepraat en hoe de gids me te hulp is geschoten. ‘Stomme blanke griet', moet hij vast hebben gedacht. Haha. Eenmaal beneden sta ik nog te trillen op m'n benen maar schiet toch in de lach. Vanaf hier lijkt het helemaal niet zo hoog! Wat een mien ben ik! Dit stelt echt niets voor in vergelijking met de bruggen van toen straks. Maar toch ben ik heel blij dat ik weer beneden ben. Iedereen super bedankt voor de support. Zonder jullie had ik daar nog steeds boven gestaan en m'n tentje daar op gezet ?.
Na dit avontuur volgt de kanotocht. Waarbij we moeite moeten doen onze camera droog te houden omdat we steeds op rotsen botsen. En waarbij onze gids angstig om zich heen kijkt omdat hij de reddingsvesten in de auto is vergeten en niet kan geloven dat wij kunnen zwemmen. (ja meneer de gids, wij hollanders hebben een zwemdiploma!) Dat is hier namelijk echt heel raar. Maar, we overleven het en komen droog en wel weer op het land aan.
Ook deze avond genieten we heerlijk van het strand, de wind, het eten, elkaars gezelschap en de afrikaanse dansers. (he Pita :P!!). De volgende ochtend neem ik afscheid van Rozemarijn en vertrek ik alleen terug naar Kumasi. De reis gaat voor Ghaneese begrippen wel heel erg vlot en nog voor 10 uur ben ik terug op bekend terrein. Ik zoek een internet cafe op en doe wat voorbereidingen voor mijn Paas activiteiten ?. Een detail wat ik jullie eigenlijk heel graag wil besparen maar wat ook weer typies Ghanees is, dus wat ik niet weg kan laten. Is dat ik nog steeds heel erge buikpijn had en in het internet cafe geen toilet te vinden is. ‘Gelukkig' is er in Effiduasi een public toilet, dus hoef ik niet eerst 8 km in een taxi af te leggen... Nou ja, gelukkig.. Deze public toilet is totaal op het Ghaneese publiek afgestemd; je koopt bij een hutje 1 stukje krantenpapier van ongeveer 10 bij 20 cm. (gelukkig heb ik altijd een rol of vochtige doekjes op zak!) Dan is het nog interessant om te weten dat de Ghaneesen de toilet niet gebruiken om te urineren, dat doen ze overal en nergens. Maar alleen voor de grote boodschap. En als ik je dan ook nog vertel dat het woord toilet heel ruim is op te vatten en in dit geval bestaat uit een gebouw, met daarin een rij van 5 gaten in de grond waar geen stomend water is, en wat (denk ik) eens in de maand wordt leeg geschept. Dan kun je je voorstellen dat zwermen vliegen je tegemoet komen gezoemmmmmmmmd en dat ik dus hééél erg gelukkig was AHUM! Maar dat ter zijde...
Mijn Paas voorbereidingen bestaan uit kleurplaten opzoeken en uitprinten met eieren en paashazen erop. Eieren kopen, en plakband voor het in elkaar zetten van de paasmandjes én natuurlijk mijn speciaal voor deze gelegenheid gemaakte jurk ophalen. Die af is en nog past ook, en dat na 6x terug gebracht te zijn omdat hij niet goed was of niet paste. Chapo mevrouw de kleding maakster! Alleen een beetje jammer dat je me, volgens de kinderen, verschrikkelijk afgezet hebt! Grr volgende keer verf ik mezelf eerst zwart, dan krijg ik niet de Obrunni prijs ?.
Eerste paasdag verloopt rustig. Ik begroet iedereen die ik tegen kom met ‘Afehyiapa' en krijg van iedereen enthousiaste reacties omdat ik weet wat ik op een feestdag moet zeggen. Jaja, ingeburgerd hoor ;)! Ik brunch bij de Nlse buren. We spelen een spelletje en gaan in onze mooie kleding voetbal kijken in het park. Net toen Emile, als enige blanke jongen, mee gaat spelen wordt de wedstrijd verstoord door een heuse storm en regenbui. Helaas valt daardoor ook de planning van vanavond in de soep. Door de regen is namelijk ook de stroom uitgevallen en eieren schilderen in het donker is erg lastig! Dus we verschuiven het verven naar morgen en wat teleurgestelde gezichtjes later spelen we een spelletje bij het schijnsel van mijn zaklamp. Paasmaandag zijn de kinderen vrij en om 7 uur 's ochtends zitten we dan ook met z'n alle paaseieren te verven. Met stiften, want verf kon ik niet vinden. Na de kinderen streng te hebben toegesproken dat ze de dop op de stiften moeten doen na gebruik omdat we ze anders na 1x weer weg kunnen gooien gaan ze fanatiek aan de slag. En mooi dat ze worden. Veel kinderen maken mijn voorbeeld na, maar ook een aantal maken de Ghaneese vlag, een ei met hartjes, bloempjes of hun naam. Na een paar keer vragen wat we na het verven met de eieren gaan doen, komt Giftie met een boekje aangelopen van Winnie de Pooh. Waar Winnie de Pooh Lost and Found aan het spelen is, en dus paaseieren aan het zoeken is. Jawel! Dat gaan we doen ?. Dankzij de regen vannacht wordt er vandaag volop op ‘de farm' gewerkt. Als ik aan vader vraag of de kinderen even pauze mogen voor mijn spel, begint iedereen zenuwachtig te worden. Samen met de stoerste jongen van het stel (‘ik ben te groot om paaseieren te zoeken') verstop ik buiten de paaseieren terwijl Cecillia en Giftie (de grote meiden) er op toezien dat de kinderen binnen blijven en niet door de gordijnen heen spieken. Ook de vader, moeder en huishoudster lijken zenuwachtig. En als de kinderen uiteindelijk worden losgelaten is het één dolle boel. Er zijn 60 paaseieren verstopt en iédereeeen, zelf vader en een klusjes man zoeken mee. En wonder boven wonder vinden we ze allemaal terug en kan iedereen genieten van 2 paaseieren. Al vinden ze die kleur op de schil wel een beetje raar en vragen ze zich af of ze nu niet vergiftigd worden. Maar tóch wordt ik uitgenodigd om volgend jaar met Pasen terug te komen. Ik zeg; Geslaagd!
Dit was mijn verhaaltje voor deze keer. Ik hoop dat iedereen in NL een leuke en gezellige Pasen heeft gehad. Ik hoorde dat het wel een stuk kouder is daar? Nou zoals je leest valt er hier ook erg veel regen, dus laat dat een troost zijn. Rozemarijn is naar huis, hoop dat je goed bent aangekomen?! En ik ben de komende weken dus hier alleen in het weeshuis. Nou ja alleen, met 25 kinderen om je heen ben je nooit alleen ?. Neem 'n kijkje tussen m'n foto's en ik vind het leuk als je een reactie achter laat ?. Zeg nou zelf, na een kijkje in mijn leven hier is het wel zo beleefd even te groeten toch? Bovendien is dat hier in Ghana één van de belangrijkste en volgens mij mooiste gewoonte die er is!
Tot de volgende keer xxx
ps. internet is heeeel heeel erg traag dus ik ga morgen of overmorgen een nieuwe poging doen om mijn foto's up te lauden! De paas foto's zijn heeeeel erg leuk!!
Anja's Children's Home vervolg
Hallo allemaal, daar ben ik weer. pas een week verder maar ondertussen is er weer veel gebeurt, heb ik weer veel meegemaakt en zijn m'n plannen voor de komende tijd weer aardig veranderd. Rozemarijn is ondertussen helemaal genezen van de Malaria en komt dus gelukkig weer wat meer haar kamer uit. Ik smeer ondertussen flink met deet door want wil echt niet zo ziek worden als zij geweest is. Al ben je pas écht in Ghana geweest als je Malaria hebt gehad. Haha, dat grappen ze hier. Of ze zeggen: Aaaah de Ghaneese muggen heet je welkom! Maar die Malaria, met hoge koorts, spierpijn, hoofdpijn ect. sla ik toch echt liever over.
De afgelopen week begin ik steeds een beetje meer mijn plekje te vinden in Afrika, in Ghana, tussen de kinderen en mijn gastgezin. De kinderen laten me beetje bij beetje meer kennismaken met de omgeving en hun vrienden. Zo blijkt er achter Anja's childrens home nog een hele ‘wijk' te liggen. En dat terwijl ik dacht dat Banko maar uit 1 straatje bestond. Niets is minderwaar. Als je de plaats achter afloopt, langs de buiten keuken omhoog de heuvel op tussen de plantain bomen door kom je bij het jongensverblijf van de highschool. Loop je verder door dan kom je steeds meer huisjes tegen. De ene van steen, de ander van hout of golfplaten. De ene helemaal af en geschilderd, de ander maar half afgebouwd en vervallen. Tussen de huisjes loopt geen weg en zelfs de paadjes zijn nauwelijks te zien. Ik ben blij dat de kinderen er op hun duimpje de weg weten, en ik ze kan volgen. Anders zou ik gegarandeerd verdwalen. Er zit ook totaal geen logica in, de huizen staan niet zo als in Nederland in rijtjes, maar gewoon kriskras door elkaar. De kinderen laten me daar baby hondjes zien en ook baby Obibinnies. Zo schattig! De mensen zijn erg vriendelijk, we mogen zo vaak op bezoek komen als we willen. Dus regelmatig lopen we even naar boven voor wat fototjes te maken en om te kroelen met de baby.
Ook de hostfather laat me wat meer van de omgeving zien. Zo neemt hij me mee uitwandelen en komen we op het land van zijn schoonmoeder waar ze cacoa verbouwen. Hij legt me het een en ander uit, over het kappen van de bomen. Het wachten tot de regen komt, en hij vertelt hoe ze de velden dan in brand gaan steken zodat ze nieuwe cacoa kunnen planten. Hij geeft me een vrucht mee, die ik op mijn kamer moet bewaren.
Ook wijzelf ontdekken steeds meer van de omgeving. Zo bezoeken we de grootste markt van Afrika in Kumasi. Een drukte van jewelste! Overal mensen, spullen en eten. Gewoon open en bloot uitgestald op kleine verhooginkjes op de grond. Vlees waar de vliegen op zitten. Gerookte vissen waar een enorm sterke geur vanaf komt. Tomaten die er meer rot uitzien dan vers. Krabben en slakken die nog leven in een emmer waar je de lekkerste uit kan uitkiezen. Al ziet het er dus echt niet lekker uit! Niemand doet ook maar enige moeite om de vliegen bij het eten weg te houden en ik moet moeite doen om niet overal een vies gezicht te trekken van minachting.
Op het stukje grond wat een pad tussen de koopwaar moet voorstellen loopt een treinrails. Die niet meer in gebruik is maar er dus nog wel ligt. Je moet echt uitkijken waar je loopt. Op de markt koop ik een stuk stof waar ik later in Banko een traditionele jurk van laat maken, door een naaister die niet eens mijn maten opneemt. Maar je moet vertrouwen hebben in de mens hier en niet te veel vragen stellen dus druip ik maar af in de hoop dat ik over 3 dagen een mooie Ghaneese jurk heb, die me nog past ook. De kleding stukken die op de markt te koop zijn, zijn trouwens allemaal westerse kleding stukken, tweedehandse. De zak van max komt hier terecht.
Verder proef ik de Ghaneese chocolade. Die ze maken van echte cacoa. Dus je eet niet de kleur, geur en andere stoffen die ze in NL er aan toevoegen. Super lekker! Kan me niet beheersen en eet in 1x twee repen op. Je raad al wat ik ga inslaan voordat ik naar Nederland vertrek :D. In Kumasi ontdekken we een winkeltje met westerse artikelen. Jeetje wat kijken we onze ogen uit. En nu we die smaak weer geproeft hebben verlangen we steeds meer naar dropjes, stroopwafels, peperkoek, (vetta) kaas, chips, cornflakes, bruin brood en al de andere lekkere westerse kost. Het eten in het kinderhuis wordt trouwens steeds beter. We hebben aangegeven dat we niet goed tegen de vette olie kunnen en gevraagd of we meer groentjes en vitamines mogen. Hier wordt niet altijd gehoor aangegeven maar toch komt er nu af en toe wat gekookt i.p.v. gefrituurd en zelfs groen op tafel. Ook hebben we zelf wat fruit ingeslagen voor onze vitamines, dus mijn buik is in ieder geval weer tevreden en een stuk rustiger. Ik help mijn hostmother met de voorbereidingen van het eten van de kinderen, ik leer Ghanees groente hakken, Ghanees kruiden pureren. Ik proef de Ghaneese kost Banqu en ik lees het boek ‘Anansi's web', wat écht een aanrader is voor de gene die meer over de cultuur en dan vooral de slavengeschiedenis wil weten. Erg interessant. Vooral omdat we de plannen hebben Cape Coast en het Elmina Fort volgende week te gaan bezoeken. Dit weekend zullen we een kookworkshop Fofu in het dorp volgen en gaan we naar het lake Bosumtwi. Wat heel mooi schijnt te zijn en waar je in kan zwemmen. Eens kijken of die buik van mij ook een beetje kleur wil kijgen :).
De spulletjes die ik uit Nederland had meegenomen voor de kindjes (dank sponsoors!) vallen erg in de smaak. En ook hebben we het geld wat Rozemarijn in NL bij elkaar had verzameld goed gebruikt. De kinderen hebben nieuw ondergoed gekregen. We kwamen er bij het opruimen van hun kasten namelijk achter dat ze dit niet hadden. Je had die kasten trouwens moeten zien! Maar.. samen met ze hebben we de kasten opgeruimd en de kleding ligt nu netjes opgevouwen erin. Tot ze 's ochtends in hun haast op zoek gaan naar hun uniform, maar daarom controleren we ze regelmatig. Want erg netjes zijn ze hier niet en dat is toch sonde van al die kleding. Ze hebben ook nieuwe sokken, slippertjes en etensborden gekregen. (lepels of ander bestek hebben ze niet nodig, want ze eten hier alles met hun handen. Zelfs soep!) Wat kunnen deze kinderen ongelooflijk blij zijn met een onderbroek die eigenlijk 2 maten te groot is en een paar slippers dat op de gok net past. Zo blij als ze zijn, zo niet zuinig zijn ze trouwens ook op hun gekregen spullen.. beetje jammer. Van het geld wat mijn lieve Omi me toegestopt had ‘voor de kindjes in Afrika' heb ik een grote zak rijst gekocht (dat is hier namelijk érg duur!). Kan onze hostmother weer 2 á 3 weken vooruit want zo snel gaat het hier met die vele kindermondjes.
Mijn verhaal begint al weer aardig lang te worden, en dan heb ik nog niet eens het ritme van de dag hier beschreven en over de kinderen vertelt. Maar dit ga ik ook nu niet meer doen, dit ga ik bewaren voor mijn volgende verhaaltje. Wel zal ik vertellen over de plannen die veranderd zijn; mijn plan was om mijn 3 maanden hier op 2 verschillende projecten door te brengen. Heel graag wilde ik een project in het noorden (waar het nog armer is, en waar men nog anders leeft) en een project op een andere plek. Nou mijn tijd in het zuiden heb ik wel doorgebracht, de eerste twee weken en nu zit ik in het midden van het land. In het noorden van het land kreeg ik een project aangeboden met verstandelijk gehandicapte kinderen. Wat me een super uitdaging lijkt. Tóch heb ik er uiteindelijk voor gekozen om dit nu niet te. Ik heb namelijk besloten om mijn laatste 2 weken te gaan reizen in Ghana ommeer van het land te zien en nog een beetje vakantie te houden en te chillen :). Dit betekend dat ik zonder mijn 2 weken in Accra maar in totaal 2 maanden vrijwilligers werk kan doen. Dat zou betekenen dat ik hier maar 4 weken ben en op mijn andere project ook maar 4 weken. Mijn Nederlandse buurvrouw en alle andere argumenten hierboven hebben me er van overtuigd dat mijn tijd hier meer productief is, als ik langer op 1 plek blijf. Zo kan ik de kinderen beter leren kennen en zij mij. Meer tijd in ze steken wat betreft hun lezen en hun taal. Ik kan het dorp en de mensen hier beter leren kennen en zo meer over de streek en het land te weten komen.
Hier vlakbij in de regio is een dorp waar alleen verstandelijk gehandicapten wonen en door deze een keer te gaan bezoeken kan ik deze doelgroep tóch meekrijgen. Ook zijn er verschillende kansen dat ik tóch nog het noorden kan bezoeken. Zo heb ik aangeboden gekregen met de medewerkster van SYTO op werk bezoek te gaan in het noorden. En heeft een kennis van onze Nederlandse buurvrouw Patricia een project in het noorden en doet zich misschien de gelegenheid voor dat ik daar een aantal dagen op bezoek kan. Zodat ik toch in m'n hutje op de hei heb geslapen en tóch het leven daar heb meegekregen zonder dat ik maar half/half voor een project ga.
Maar goed dit is hoe het er nu voor staat. Ik ga mezelf er niet aan vast pinnen. Want ik heb de laatste weken ervaren dat je verwachtingen en je plannen flink kunnen veranderen hier. Dus wie weet kom ik er later nog op terug en ga ik tóch een ander project doen. Of wie weet waar de wind me zal drijven.. Maar dan weten jullie mijn plannen hoe ze er nu voor staan.
Veel liefs, fijn weekend daar in het NLs zonnetje en tot de volgende keer!
Anja's Children's Home
Maaha everyone -goedenmiddag allemaal- daar in NL! Wo ho ten sen? -hoe gaat het?- Ik hoorde dat de lente bij jullie begonnen is? Heerlijk terrasjes weer? Wat fijn! Ik moet er hier niet aan denken om hier op het terras te gaan zitten. Veelste warm! Zoek hier liever de schaduw op! Eye pah! -met mij gaat het heel goed- Ik zal hier onder mijn afgelopen dagen eens proberen te beschrijven. Al is het een heel karwei, want ik doe hier zoveel indrukken op. Jammer dat de geuren, tempraturen, geluiden en al die dingen moeilijk over te brengen zijn op zo'n blog. Ik heb geprobeerd wat filmpjes up te lauden, maar dit duurt zo lang dat het me steeds niet lukt. De filmpjes houden jullie dus nog van me te goed zodra ik weer in Holland ben ;).
Het is vrijdag 16 maart, 04.00 in de ochtend. Nog voor dat m'n wekker af gaat word ik wakker van de geluiden buiten en om het huis. Dit ben ik wel gewend, want de afgelopen dagen werd ik ook steeds rond dit tijdstip wakker van de mensen om het huis die vast water gaan halen en de stoep gaan vegen nu het nog niet zo warm is. Maar deze ochtend is het anders. Anders omdat ik weet dat we vandaag vertrekken en anders omdat het lijkt of dat er meer geluiden zijn. Meer mensen wakker. Als mijn wekker afgaat en we aanstalten maken om te gaan douchen, wordt duidelijk waar de geluiden vandaan komen. Onze hostmother Charlotte staat zich al in de keuken uit te sloven, en maakt een heerlijk broodje ei met verse tomaat voor ons klaar om mee te nemen in de bus. Enne me ko Kumasi. -Vandaag ga ik naar Kumasi- En naar het project in Banko. Ook de zus van onze hostmother en haar dochter Marie zijn al wakker om ons uit te zwaaien. Het arme meisje (8 jaar) heeft een zakdoekje bij zich en dept wat traantjes weg. Ze zal ons, ‘her sisters' zoals ze ons noemt, erg gaan missen. We zijn hier dan maar een week geweest, maar het was wel een intensieve week. En ik vind het erg jammer dat we nu we net beginnen te wennen, weg moeten.
Om 5.00 worden we door het SYTO busje opgehaald en bij de V.I.P. bushalte afgezet. We stappen over in een luxe bus. Bijzonder, de stoelen zitten vast en zijn bekleed, de deuren kunnen dicht en er is zelfs airco. Als ik dit zo beschrijf moet dit voor jullie klinken als een standaard BBA bus in NL. Dat is inderdaad ook zo, maar wij ervaren dit nu echt als een luxe. Vergelijkend met het vervoer waar we afgelopen week in hebben gezeten. In de bus komt er een man naast me zitten die de gehele reis 1,5 stoel in beslag neemt. Jammer, in NL zou ik me er aan hebben geërgerd, maar omdat ik de afgelopen week in het openbaarvervoer wel eens minder dan een halve zitplek heb gehad neem ik nu de hele reis genoegen met mijn halve stoel. Nu we in zo'n luxe bus zitten, verwachtten we toch ook wel een heerlijke weg. Een soort snelweg, net als bij ons. Nou nee.. de weg naar Kumasi is alles behalve snel. Er ligt geen asfalt. Enkel zand, keien, hobbels, kuilen en bulten waar onze buschauffeur de bus doorheen probeert te manoeuvreren. Ik zie door het raam wat modder plassen en hoop bij mezelf dat we daar niet in vast komen te zitten. Bijzonder hoe we de schokdempers onder de bus vandaan rijden en hoe lang we doen over een krappe 250 km. Een beetje asfalt aanleggen zou de busmaatschappijen veel geld besparen en zou de afstand tussen Kumasi en Accra in tijd een stuk korter maken. Eenmaal in Kumasi aangekomen, waar de zandweg weer in asfalt veranderd, rent er een horde vrouwen achter de bus aan. Zodra de bus stil staat banen ze zich een weg naar de kofferluiken. Een stemmetje in mijn gedachten vreest voor m'n koffer. Maar de kofferman heeft een stok en slaat de schreeuwende vrouwen bij de bagageruimte weg. Nog steeds vraag ik mijzelf af wat die vrouwen daar deden. Ze hadden ruim de tijd om een koffer te pakken voordat de kofferman aan kwam. Willen ze alleen angst veroorzaken? Hopen ze dat er een koffer over blijft, zodat zij die krijgen? Geen idee wat het doel van deze vrouwen is maar we zien ze het bij elke bus doen..
In Kumasi worden we opgehaald door een SYTO busje en naar het kantoor gebracht, waar we een korte rondleiding krijgen door Kumasi en vervolgens opgehaald worden door onze hostfamily. Dat wil zeggen, ik en Sabine (een andere vrijwilligster die vorige week is aangekomen). Pita zal nog 2 uur moeten reizen nar Teshiman. Mijn hostfather haalt mij op en stelt zichzelf voor als Alex. We gaan met de taxi naar een trotro station, waar we in een trotro stappen. Mijn tassen worden achterin gegooid en wij nemen in de bus plaats. Er verstrijkt een uur maar er zit nog geen beweging in de bus. Langzaam komt de bus voller te zitten, maar nog steeds blijkt er geen reden voor vertrek. Als er iets is wat ik de afgelopen week heb geleerd is het geduld hebben. Ik had me dus ook al ingesteld op een lange rit en kijk op mijn gemak wat in het rond, terwijl het zweet van m'n voorhoofd druppelt. (ik moet echt een zakdoek kopen om mee te wapperen en te kunnen deppen, jeetje wat is het heet!). Terwijl ik nog steeds wat geduld over heb, beginnen de Ghaneesen om mij heen steeds harder te praten en grote hand gebaren te maken. Dit is de eerste keer dat ik Ghaneese inwoners ongeduldig zie zijn. Ook mijn hostfather vertelt me dat het te lang duurt en dat de mensen hun geduld op is. Jee, dan is mijn geduld toch zo slecht nog niet ;). Als we uiteindelijk zijn vertrokken komen we na ongeveer een uur in een dorp aan. Hier stappen we weer over op een taxi. De weg veranderd van asfalt in roodzand. Ik vergelijk het voor het gemak even met het grint op een tennisbaan. En er staan steeds minder huizen langs de weg. Het enige wat ik eigenlijk zie is groen van de bomen en rood van de weg. Al is het meer rood met een wazig beetje groen omdat er zoveel stof opwaait dat je nauwelijks nog iets van de omgeving kan zien. Na nog eens een kwartier komen we in Banko aan. We stoppen en ik zie aan de rechterkant van de weg een gebouw. Met gekleurde letters staat er ‘Anja's Childrens Home'. We zijn er!
Een aantal kinderen komen naar de auto toe gelopen en roepen: ‘Evi!' Aaah dat heeft Rozemarijn ze dus al geleerd, leuk! Ze pakken de tasjes aan die de hostfather nog even snel op de markt had gekocht en dragen mijn kleinere tas op hun hoofd naar binnen. De vader heet me welkom en dan wordt ik verder overgedragen aan Rozemarijn. De kinderen zijn waarschijnlijk al gewend aan een Obrunni en gaan dan ook verder waar ze mee bezig waren. De ontvangst voelt een beetje kil aan. Ik zie drie vrouwen buiten zitten maar wordt aan geen van alle voorgesteld. Zou één van hen de hostmother zijn? Hoe hartelijk, met knuffels en kussen, we werden ontvangen op ons vorige gastgezin zo tegenovergesteld voelt het hier. Ik word vanavond een beetje aan m'n lot over gelaten. Er wordt wel nog verteld dat ik bij Rozemarijn slaap, maar omdat zij in een kamer slaapt met een klein twijfelaartje, mag ik na vragen toch een eigen bed. Deze eerste avond ga ik na het eten naar bed. Ik ben moe en val redelijk snel in slaap, ondanks het geschreeuw en gespeel van de kinderen op de achtergrond.
De volgende ochtend zit ik met veel vragen. Omdat het moeilijk contact maken is met de hostfamily vuur ik mijn vragen af op Rozemarijn. Jammer genoeg kan zij mij ook niet echt veel duidelijkheid
geven. Want ze weet het eigenlijk ook niet. Wel weet ik nu wie de hostmother is, Forstina. De andere twee vrouwen zijn de moeder van de hostmother en een huishoudelijke hulp. Verder lopen er veel
kinderen rond. Hoeveel? Geen idee, ze zitten nooit stil, dus ik heb ze nog niet kunnen tellen.
Het kinderhuis bestaat uit een grote gezamenlijke ruimte waar de kinderen eten, spelen en tv kijken (en 's avonds op de grond slapen, als ze nog niet naar bed willen maar wel moe zijn). Dan is er
links een gang waar de kamers zitten van de meisjes. De kamers hebben stapelbedden en ze slapen in elke kamer met 3 of 4. In de rechtergang zitten de slaapkamers van de jongens en onze kamers. Als
je door de gezamenlijke ruimte naar buiten loopt kom je voor op de veranda. Op die veranda sluit ook onze buiten deur van de kamer aan en kunnen we heerlijk chillen. Je kijkt dan uit over de
speelplaats van de kinderen, waar een basketbal bucket staat. Verder kun je de weg zien, waar de hele dag mensen met spullen op hun hoofd voorbij komen en kijk je uit op de school van de kinderen.
Als je vanuit de gezamenlijke ruimte naar achteren loopt heb je een plaatsje waar je de douches en toiletten vindt, de keuken en nog een klein plaatsje waar een geïmproviseerde pingpong tafel
staat. Achter deze ruimtes is een plaats waar de was opgehangen wordt en een buiten keuken.
Er is geen stromend water. Wel zijn ze druk bezig om dit voor elkaar te krijgen, ze hebben al naar water geboord en nu zijn ze de hele week al druk bezig om de watertoren te maken. De kinderen
halen 's middags na school water. Water uit de pomp voor in de keuken. Dit is het drink water en hier mogen wij ook mee douchen. Wij kunnen dat water overigens pas drinken als het gekookt is, maar
ik vind mijn sace-watertjes prima te doen, dus houd het daar bij. Het water waar de kinderen zich mee douchen en waar de afwas en de was mee gedaan wordt, wordt uit de sloot gehaald. De kinderen
lopen al spelend en rennend naar de beek en pomp toe. De ene met een jerrykan en de ander met een emmer of pan. Zodra ze gevuld zijn lopen ze langzaam met het water op hun hoofd terug naar het
huis. Ik moet dit natuurlijk ook leren en kan al een volle pan water op mijn hoofd dragen. (met handen hoor ;)) Maar volgens mij ziet dit er echt niet uit, een blanke met een pan op het hoofd. Ik
weet zeker dat elke voorbijkomende taxi me heel hard uitlacht. Maar ach de kinderen vinden het leuk en ik ook wel ?!
We douchen hier met de bucket shower. Een grote emmer gevuld met water en een klein emmertje om het water over je heen te gooien. Best een onderneming. Je maakt jezelf eerst helemaal nat, sopt je
in en dan is het de kunst om met het water wat er nog over is, het sop helemaal van je af te krijgen. Laten we het niet hebben over haren wassen, want dat is echt erg lastig met het koude water en
vaak zonder licht in het washokje, waar overigens al wel een douche kop hangt haha.
De kinderen douchen voor op de speelplaats en tanden poetsen moet je ook daar doen. Gewoon op de grond uit tuffen. De eerste keer is dit erg raar, maar hier ben ik nu wel aangewend. Gewoon mee doen
?!
Het sociale leven speelt zich hier grotendeels tijdens het water halen af. Regelmatig ontmoeten we daar jongeren en ouderen die ook water aan het halen zijn. Ze groeten je allemaal even vriendelijk en maken een praatje. Als ik zeg hoe oud ik ben, schieten ze in de lach en gaan over op het Twi. Gelukkig heb ik kleine vertalertjes bij me, die me vertellen dat de lachende Ghaneese meiden me niet geloven. ‘23 jaar? Ik geloof er niets van! Ze is veelste smal!' Gelukkig, AHUM, doet onze hostmother er alles aan om ons te laten groeien. Ontbijten met suikerbrood en een omelet of een stel oliebollen, lunchen met 3 pannenkoeken met suiker of gefrituurde bananen en gefrituurde yam (soort frietjes). En als avond eten een volgeladen bord met rijst en ei. Vlees hebben we hier nog bijna niet gekregen en dat geld ook voor groenten en fruit. Gelukkig heb ik voor ik vertrok wat Vitamine bruistabletten in m'n tas gegooid. Die komen nu wel goed van pas, want in het dorpje hier is ook nauwelijks fruit te krijgen.
Rozemarijn en ik hebben het goede idee om in het dorpje verder op (8km), waar ook het internetcafé is wat fruit te gaan halen. We vragen onze hostmother hoe we daar moeten komen en het blijkt dat we gewoon op een taxi moeten wachten (1 cedi moeten betalen, niet meer!) en dan komen we er. Het dorp heet Effidasi. Vervolgens gaan we op pad en na na 10 minuten nog geen taxi te hebben gezien kom ik op het goede idee om alvast te gaan lopen. Nou geen goed idee dus! De taxi's die passeren zitten vol en na elke bocht in de weg, volgt vervolgens weer een bocht. En vervolgens nog een. Gelukkig worden we aangesproken door twee passerende dames, die jehova getuigen blijken te zijn en zij helpen ons uit eindelijk in een taxi. Ook adviseren zij ons om de volgende keer in het dorp te wachten, want dan kun je dus veel gemakkelijker een taxi krijgen. Haha, oeps!
Ik ben hier nu nog volop bezig met wennen, de kinderen leren kennen, de namen leren en uit elkaar houden en mijn taken als vrijwilliger te ontdekken. Omdat Rozemarijn mij niet veel over de taken kan vertellen en ook de hostfather of mother geen poging doet om ons dit uit te leggen. Ben ik zelf maar naar de hostfather toegegaan om duidelijkheid te vragen over onze taken, de huisregels en de does & don'ts. Ik hou nou eenmaal van duidelijkheid en weet graag waar ik aan toe ben. De volgende keer dat ik schrijf zal ik wat meer vertellen over de kinderen en wat ik hier op een dag doe. Er zitten tot nu toe in ieder geval leuke dagen tussen wanneer ik veel kan helpen en fit genoeg ben om 's avond met de kinderen te spelen of met huiswerk te helpen. Maar ook moeilijke dagen, als we niet veel kunnen doen en de verveling toe slaat. Ik ben al een dag en nacht ziek geweest, waarschijnlijk een voedsel vergiftiging en dat is in deze hitte en in deze omstandigheden echt niet zo handig. Ook merk ik dat mijn energie snel op is. 's Middags als de kinderen thuis komen van school ben ik eigenlijk al uitgeput, door de warmte, maar dan begint de drukte natuurlijk pas. Want een stuk of 20 kinderen laten je echt niet met rust en zijn ook echt niet stil, haha.
Vanmiddag ben ik bij een voetbal wedstrijd gaan kijken in ‘het park' van het dorp. Een wedstrijd tussen twee scholen uit het dorp. Leuk om te zien hoe de kinderen van het dele dorp zijn uitgerukt (in hun school uniform) om hun team aan te moedigen. Vol enthousiasme wachten ze tot de wedstrijd begint en worden er liedjes gezongen en handjes geklapt om de tijd te doden. Want hoe laat de wedstrijd begint is natuurlijk de vraag met de GMT (Ghana maybe time) hier ?. Zodra de voetballertjes op komen valt me op dat ze wél allemaal in het zelfde tenue zijn, maar ook allemaal verschillende sokken of zonder sokken in hun voetbalschoenen aan hebben, of gewoon zonder schoenen op het veld staan. De doelen en het veld is ook wat geïmproviseerd, zo staan er bijvoorbeeld geen lijnen en hangt er in het doel geen net, en (ik ben niet zo thuis in de voetbal regels) volgens mij neemt de scheidsrechter het ook niet zo nauw. De hele tijd merk ik dat ik word aangekeken en hoor ik ‘Obrunni, Obrunni'. Omstebeurt komen er groepjes kinderen mij groeten en voer ik keer op keer het zelfde gesprek: ‘Obrunni, Obrunni, goodafternoon! How are you, I am fine thank you, what is your name? Nice to meet you.' Zo vriendelijk, beleeft en lief maar na 10x ben ik het wel beu om de ‘attractie van het voetbalveld' te zijn. Naast de kleine kinderen is er ook een groep highschool jeugd waarvan de jongens erg geïnteresseerd zijn in die blanke meid. Ze willen allemaal weten of ik een boyfriend heb, of ik met ze wil trouwen, ze mee naar NL wil nemen (aangezien ik volgens hen toch genoeg geld heb) en of ze mijn telefoonnr/facebook/email mogen. Moeilijk om steeds op een beleefde manier af te wijzen zonder dat het beledigend of geïrriteerd overkomt. Misschien is het een idee om een email adres te maken die ik alleen aan Ghaneese mensen uitdeel, bedenk ik me terwijl ik me snel uit de voeten maak en terug loop naar de veiligheid van Anja's childrens home, terwijl ondertussen het groeten en praatjes maken gewoon door gaat.
Dit weekend zouden we (Rozemarijn & ik) eigenlijk met 2 andere vrijwilligers (Pita & Nienke) naar het Mole park gaan, in het noorden van Ghana. Dit is voor ons 12 uur reizen en daar zouden we dus minstens 3 dagen voor uit moeten trekken. Vrijdag zouden we dan vrij vragen. Maar helaas gaan dit plannetje niet door, jammer want had erg gezellig geweest. Maar doordat ik ziek ben geweest n me erg slap voel en Rozemarijn malaria heeft gaan wij met z'n tweeën waarschijnlijk volgend weekend (dat is dan gelijk het laatste weekend van Rozemarijn in het kinderhuis). Dus hopelijk is ze dan genezen van de malaria. Echt niet fijn voor d'r om zo ziek te zijn met dit weer. Wat we dit weekend gaan doen weet ik nog niet, maar als ik eerlijk ben heb ik wel zin in 2 dagen gezond eten en iets meer luxe van bv. een zwembad of hotelletje. Onze buren (ehm buren op 1km afstand) zijn Nederlanders en hebben hier een guesthouse opgericht. Dus stel dat we te slap zijn om ver te reizen, kunnen we altijd daar nog een kamertje boeken. Ontbijten met broodjes kaas, een westerse salade tussen de middag en de luxe van stromend water en internet verbinding. We shall see ?. Vanavond in ieder geval lekker BBQen bij de Hollandse buren.
Dit was mijn verhaaltje voor deze week. Hij is wat langer geworden dan bedoeld (sorry!), maar ik heb ook zo veel te vertellen steeds. Haha. Tot de volgende keer!
Ps. de foto's komen van het weekend, trage internet verbinding nu..
Liefs!
Drum & dance week
Vrijdag de 9de vertrokken we nog in het donker naar ons gastgezin. We zetten verschillende vrijwilligers af op de bus naar hun project en ik en Pita gaan door naar ons gastgezin. Als laatste worden we daar afgezet. We zien de zon op komen (en opa, hij komt hier niet in een kommetje op maar voor mijn idee het zelfde als in NL. Ik zal op het platteland wel een foto maken), ik kan me nauwelijks voorstellen dat er nú al iemand wakker is in het gastgezin. Het is nog zo vroeg?! Maar als we stoppen (voor een relatief groot huis) komt er een kleiner donker vrouwtje naar buiten. Samen met haar zoon James, van een jaar of 23 die onze tassen uit de bus helpt. We worden hartelijk ontvangen met knuffels en een kus en aan de rest van de familie voorgesteld, die allemaal al in volle gang en helemaal klaar zijn voor werk en school. We worden naar onze kamer gebracht en er wordt gezegd dat we hier even kunnen rusten. Na dat we ons mosquito-net hebben geïnstalleerd en amper zitten worden we geroepen voor het ontbijt. We hebben eigenlijk net gegeten in de bus, maar durven dit niet af te slaan, dus werken we met lange tanden het brood met witte bonen in tomatensaus naar binnen. Of dat dit nog niet genoeg was krijgen we vervolgens tegen de middag een groot bord met rijst, groenten, plantian en kip. Na dit eten gaan we ze toch maar even proberen duidelijk te maken dat wij niet zo veel kunnen eten, maar dat we liever een kleine portie willen. Dit doen we door eerst heel veel veren in hun reet te steken. ‘It was soo good, thank you for the food!', dit herhalen we wel 3 of 4 keer waarna we heel voorzichtig zeggen dat we niet zo veel kunnen eten en dat we de volgende keer graag wat minder willen. Ze reageren hier op zich prima op, maar ze reageren altijd lachend, dus is het moeilijk te zeggen of ze dit nu echt menen, of dat ze eigenlijk tóch beledigd zijn.. In Ghana is het namelijk heel normaal om veel en constant te eten. Dik zijn is een teken van welvaart. Als je dun of slanker bent dan zal er thuis dus wel niet goed voor je gezorgd worden of hebben je ouders niet zoveel geld om eten te kopen.
Het eerste weekend in Ghana hebben we meteen erg nuttig gebruikt. We zijn namelijk direct een uitstapje gaan maken. Dat wil zeggen, we hebben 6 uur gereisd (in een veelste klein, warm, volgestouwd busje over een hobbel, bobbel kuilen weg) om in Hohoe de Wlii watervallen van de Voltalake te bezoeken. Als we in Hohoe zijn aangekomen is het eerst de kunst om een guesthouse te vinden. Ik had al verschillende bordjes langs de weg zien staan dus stelde voor om te gaan lopen. Mijn ervaring in Thailand is namelijk dat hostels makkelijk te vinden zijn, en dat je gewoon opzoek moet naar de goedkoopste. Want uiteindelijk heb je alleen een bed nodig. Nou... dat blijkt dus een stuk moeilijker hier! Ten eerste kan het zijn dat de borden die er staan oud zijn, en er dus geen hostel meer is of nooit geweest is. Of er is wel een hostel maar hij is duur of vol. Uiteindelijk kiezen we maar voor de makkelijke weg en stappen we in een taxi die ons vervolgens bij het eerste het beste, en duurste guesthouse afzet. We nemen het maar voor lief, want we willen echt nog naar de watervallen vandaag.
Na het vinden van een guesthouse staan we alweer voor een volgende uitdaging (ja want problemen heb je hier in Ghana niet volgens onze SYTO begeleidster Charlotte). We willen namelijk op zoek naar eten, want nadat we zo vroeg vertrokken zijn in Accra, loopt het nu tegen de middag en hebben we na 6 uur reizen écht wel honger! We lopen naar het dorp en al snel worden we overvallen door allemaal mensen die ons wilden helpen, ze vragen waar we heen gaan en wat we nodig hebben. Taxi chauffeurs die ons in hun taxi wilden hebben en trotro mates die ons in hun busjes wilden slepen. Nauwelijks krijgen we uitgelegd dat we eerst wat willen eten, maar omdat we bijna een taxi ingesleurd worden en een hoop mensen boos worden omdat we bijna een andere taxi in stappen besluiten we maar om naar ze te luisteren. Ze zullen wel het beste met ons voor hebben toch? We eten bij de watervallen wel wat.
Een maal in een taxi stelt de chauffeur voor, dat als we het dubbele betalen, hij op ons zal wachtten. Ja, moet je die man dan vertrouwen? Na eerst een paar keer afwijzen, stelt hij voor dat we pas achteraf alles betalen. Hier gaan we dan dus maar mee akkoord.
De klim naar de lowerfalls is 45 minuten. Een mooie loop, maar een klim kun je het niet echt noemen. Flink door lopen, uitkijken waar je je voeten zet (blijkt soms best moeilijk te zijn voor mij..) en ondertussen zoveel mogelijk om je heen kijken. Mooie vlinders en planten. In een beekje een moeder met een stel kinderen die kleding aan het wassen is. Echt leuk! De kinderen komen alleen wel steeds om eten, drinken en geld vragen. Moeilijk om niets te geven, maar als je eenmaal geeft blijven ze komen. Ik ben dan misschien wel wat welvarender met m'n westerse komaf. Maar ik moet hier zelf ook nog 3 maanden door komen dus ik kan echt niet blijven geven hoor! De waterval is erg mooi en heel hoog. Het water is lekker fris en een de wind blaast wat waterdruppeltjes onze kant op. Na deze wandel tocht konden we wel wat verfrissing gebruiken.
En bij terugkomst is onze chauffeur er nog. Slapend onder een boom treffen we hem aan. Hij is zelfs zo vriendelijk om bij een marktkraam te stoppen zodat we wat vers fruit kunnen kopen. Zie je, je kunt gerust mensen vertrouwen. Of in ieder geval het voordeel van de twijfel geven ;).
Die avond hebben we een rustige avond, spelen we een kaart spel in ons door de airco gekoelde kamer en staan we vroeg op, om aan onze lange terugreis naar Accra te beginnen.
Op deze terugreis drink ik trouwens mijn eerste Sace-water. Geen idee of ik het goed schrijf, maar dit is water uit een zakje. Dat hier overal te krijgen is en 10x zo goedkoop als water uit een fles. We zijn hier al wel door verschillende mensen voor gewaarschuwd. Onze blanke maag zou dit water niet aankunnen, maar alle vrijwilligers die we spreken zeggen dat dit onzin is, en een verkoop praatje om je het duurdere water aan te smeren. En ik moet zeggen, tot nu toe heb ik nog nergens last van.
Wat mij op deze terug reis trouwens ook erg opvalt (tijd zat om rond te kijken en er over na te denken tijdens deze hobbel bobbel, het lijkt wel een jeeptour, al zijn deze schokdempers wel wat slechter...) is hoe de westerse invloeden hier in Ghana door schemeren;
Er is bijna nog nergens stromend water en de elektriciteit valt om de haverklap uit maar toch wordt er al aan afvalrecycling gedaan en heeft bijna elke jonge Ghanees facebook. Mensen dragen hun spullen niet in een rugzak maar in een schaal(schaal? Ook gewoon koffers mét wieltjes) op hun hoofd zodat ze hun hand vrij hebben voor de nieuwste mobiele telefoon. Huizen zijn buiten de grote steden nog gemaakt van blokken beton en een dak van bladeren, en toch staat er op elk ‘dak' een satelliet schotel. In bijna elk huis is wel een keuken en soms zelfs een wasmachine te vinden, maar toch weet elke Ghanees hoe hij/zij buiten moet koken, handwasjes moet doen en weet hij zich te vermaken zonder licht. Bijzonder!
Leven in een gastgezin is heel raar, we zijn hier echt te gast. In het begin voelt het zelfs zo vreemd dat als we terug komen van ons weekendje naar de watervallen, we op het station maar een tafeltje zoeken. En daar net zo lang blijven zitten, ons vermaken met een kaartspel, om terug gaan naar ons gastgezin maar zo lang mogelijk uit te stellen.. We krijgen daar namelijk en soort van een uitzonderingspositie. Laat ik daar wat over vertellen, als wij bijvoorbeeld vragen of we met onze handdoek achter in de tuin mogen liggen om te lezen, wordt er door onze hostmother direct iemand geroepen om de stoep te vegen en te poetsen. Als wij naar buiten komen staan de kinderen direct van hun stoel op zodat wij daar kunnen zitten en we eten apart. Wij zitten binnen aan de diner tafel terwijl de familie buiten met hun bord op schoot zit. Dit voelt erg raar. Ook mogen we nergens bij helpen, afruimen? Nee, jullie moeten rusten. Afwassen? Nee er is geen stromend water, dus dan is het te moeilijk. We worden als een soort van Queens behandeld en dat voelt erg raar en ongemakkelijk. Deze week zijn we een paar vrijwilligers tegen gekomen die al bijna naar huis gingen en zij hebben ons gezegd dat we daar echt aan moeten gaan wennen, omdat dit waarschijnlijk altijd zo zal blijven. Ze vertelde ons dat we waarschijnlijk wel onze draai zullen gaan vinden in het gezin en dat we met hun ritme mee zullen gaan leven maar dat we ons er nooit echt thuis zullen gaan voelen. Dat laatste kan ik mij erg voorstellen. Het is voor mij nu ook erg raar dat ik, na nu bijna 2 jaar op mijzelf te wonen, ineens weer bij een gezin in woon. En dan ook nog eens een gezin met totaal andere gewoonten en normen en waarden dan ik. Maar ik kan wel zeggen dat het aan het einde van de week al wat gemakkelijker wordt. We accepteren het maar als we geserveerd worden maar kunnen het niet laten voor alles 10x dankje wel te zeggen.
Op een avond, toen de stroom uitgevallen was, zitten Pita en ik nog binnen bij kaarslicht aan de eettafel. Tot we van buiten opeens een hele mooie stem horen komen. We lopen nieuwschierig naar buiten en daar zat onze hostsister, Anastasia, te zingen. Wat een mooie stem, en wat mooi bij het maan en sterren schijnsel. Vooral als de hostmother en haar zus haar bij vallen. Deze avond liet ons wat meer ‘thuis' voelen.
Onze hostmother en haar sister hebben ons leren handwassen en dit heeft ook behoorlijk het ijs gebroken. Terwijl wij heel klungelig bezig zijn met onze wasjes en kleding staan zij ons vierkant uit te lachen. Tot dat het te erg wordt en de zus van onze hostmother het niet langer aan kan zien. Ze komt ons helpen. Ze lachen nog harder met z'n alle als we daarna trots met onze schone was op de foto gaan en ze gebieden ons dat we dit thuis ook maar zo moeten gaan doen. Dus de wasmachine kan bij het grofvuil ;)! (NOT!!)
Tijdens deze drum & dance week moeten we natuurlijk ook een beetje drummen & dancen. Al moet ik zeggen dat ik er meer van verwacht had. We beginnen op maandag om 9.00 met taalles Twi van een uur waar naar er een uur dans en een uur drummen volgt. De middag hebben we vrij. In deze middagen gaan we met z'n 4en (Pita, Nienke, Anja en ik) naar het strand, doen we wasjes, bezoeken we het internetcafé en gaan we nog maar een keer naar het stand. De drum, dance en taal klassen zijn leuk. We leren echt wel wat, maar waar ik dan vooral blij mee ben is de ervaring in het gastgezin. Ik hoop dat ik door deze ervaring in mijn volgende gastgezin me wat meer en eerder op m'n gemak zal voelen. Ook onze ervaringen die we deze week op doen met het openbaar vervoel zal me in de komende maanden goed doen. Heb ik trouwens al vertelt wat een tro tro is? Dit is een volgestouwd busje voor ongeveer 12 personen, met een driver en de driversmate. De drivers mate roept vanuit het raam de bestemming en als je in wil stappen houdt je het busje met je rechter hand staande. Je moet dan, zo snel als mogelijk, instappen. De deur wordt achter je dik geknald en het busje rijdt verder. Halverwege de rit moet je dan betalen en zeggen waar je er uit wil. Wat je ook weer snel moet doen, want de driver wil zo snel mogelijk door. Niet bij alle haltes staan trouwens bordjes. Je moet echt via via er achter komen waar je er uit moet, waar je moet uitstappen en of je moet overstappen. Ook rijden deze busjes niet op tijden. Je moet gewoon wachten tot er een busje langsrijdt met een mate uit het raam die de juiste bestemming roept. Bijzondere ervaring hoor!
Morgen ochtendvertrek ik naar Kumasi en vervolgens naar Banku. Naar Anja's Childrens home. Dan kan ik eindelijk de tas met speelgoed uitpakken. Die staat nog steeds ingeseald en onaangebroken klaar. Ik heb er echt zin in, ben heel benieuwd naar het gastgezin, de kindjes, het weeshuis en de buurt. Rozemarijn is daar nu al en als ik haar zo over de sms hoor heeft ze het daar wel naar haar zin. Ik ben erg benieuwd en heb er erg veel zin in. Rozemarijn wilde dit weekend ook weer iets gaan doen, dus ben benieuwd wat ze uitgezocht heeft om te gaan bezichtigen. Ik heb er zin in!!
Mijn ervaring met m'n ghaneese nummer is trouwens dat niet alle smsjes aankomen die ik stuur. Jammer!! Maar ontvangen kan ik ze wel ;) en dan stuur ik stiekem wel een smsje met mijn NLse nummer terug ;).
Tot snel weer!
Zwaar
Zwaar.. wat bedoel ik met zwaar. Laat ik beginnen met te vertellen dat ik mijn verwachtingen wat bij moet stellen. En dat ik daar deze week flink mee bezig ben geweest. Waarschijnlijk waren mijn gedachten te makkelijk; ‘dat doe ik wel even', ‘ik heb al vaker gereisd en ben al vaker 3 maanden van huis geweest'. Toch is dit tot op verre te vergelijken met mijn eerdere buitenland ervaringen. Ten eerste ben ik hier niet alleen voor mezelf en voor ‘vakantie', maar om vrijwilligerswerk te doen. Ik kom hier om in een children's home te werken en daarbij in een gastgezin te wonen. Dat betekend dat ik me zal moeten aanpassen aan dat gezin maar ook aan de cultuur en de gewoonten, het ritme en de gang van zaken. Integreren, meedoen. Ten tweede waren mijn eerdere ervaringen van reizen met een vriend of vriendin. En daarbij met een heel ander doel, zoals vakantie, rondreizen of werken in een feestcafe, waar ik ook nog eens het vooruit zicht had dat vriendinnen mij op kwamen zoeken en waar ik constant bekenden tegen het lijf liep. Nu zit hier ik dus alleen. Of in zo verre alleen, dat je wel andere vrijwilligers om je heen hebt waar je je ervaring mee kan delen, maar er is niemand die jou écht kent. Niemand van thuis. Dat maakt uitleggen wat je denkt of voelt of vindt soms wat lastig. Al met al dus zaken waar ik niet echt rekening mee heb gehouden voordat ik aan deze reis begon. Ik ging lekker 3 maanden weg, maar dat lekker valt dus even tegen, want het is kei hard werken. Niet fysiek maar wel degelijk psychisch.
Meet Ghana
Zit je dan in het vliegtuig als een van de weinige blanken. Hoe erg ik ook een voorstander ben van de uitspraak ‘collor doesn't matter'. En ‘iedereen is gelijk', wat voel ik mijzelf ongemakkelijk. Je voelt jezelf bekeken en ja, erg wit! In het vliegtuig zit ik naast een wat oudere en erg vriendelijke vrouw, ze is erg geïnteresseerd in wat ik als ‘Obrunni' ga doen in Ghana en voor hoelang ik ga blijven. Ook geeft ze me verschillende adviezen en tips over malaria. We kletsen wat en voor ik het door heb maak ik mijn eerste blunder. Ik vraag haar hoe haar vakantie was. Hier reageert ze naar mijn idee wat gepikeerd op, ze is namelijk niet op vakantie geweest maar woont in Londen en is nu juist op weg naar een vakantie in Afrika. Evi, niet gelijk conclusies trekken uit iemands huidskleur, denk ik bij mijzelf. Oke dat was les nr 1, hoeveel blunders zal ik nog gaan maken?
Op het vliegveld aangekomen, komt de warmte en klammigheid me tegemoet. En ook hier.. overal donkere mensen. In de rij wachtend om het land in te mogen speur ik langs de enkele blanken personen om te kijken of ik een mogelijke mede vrijwilliger kan ontdekken. Maar hier is helaas nog geen zicht op.
Terwijl ik mijn backpack en andere tassen probeer te instaleren op mijn rug en over mijn schouders en mezelf afvraag waarom ik ook al weer zoveel mee had, wordt ik aangesproken door een man.
Ook hij is erg geïnteresseerd in wat ik ga doen en vertelt dat hij elektricien is. Hij helpt me door de douane en de security check heen en ondertussen vertelt hij verder over het nieuwe ziekenhuis wat op initiatief van Nederlanders gebouwd wordt in Accra en waar hij de liften van mag monteren. Ik krijg zijn kaartje en op gelegenheid moet ik maar eens langskomen.
Ik word ontvangen door een SYTO (Student & Young Travel Organization) medewerker en ontmoet daar ook de vrijwilligers waar ik de komende week de oriëntatie mee zal doormaken.
Nienke, een 18 jarig meisje uit een dorp vlak bij Utrecht die 3 maanden les zal gaan geven in het noorden. Pita, een 21 jarig meisje uit NL, Nijmegen, die 3 maanden in een childrens home in het midden van Ghana zal gaan werken. Dan zijn er 2 duitse meisjes en een meisje uit Zwitserland ( die zelfs 6 maanden zal blijven!) die ook in een weeshuis zullen gaan werken. Een dag later arriveert dan nog een meisje uit Canada die voor anderhalve maand hier zal zijn. Verder is er nog een jongen, Mario uit Breda die in Accra blijft om straatkinderen te leren voetballen. En Rozemarijn, de vrijwilligster uit Breda die 5 weken met mij op het zelfde project zal gaan werken. Kortom een leuke groep met mensen! Het is zelfs best vol te houden met 8 vrouwen op een iets te kleine hostel kamer, met stapelbedden en maar 1 badkamer in het Pink hostel.
We ontmoetten een vriendinnetje van Nienke, die hier al 4 maanden zit. Dit meisje geeft les op een school en heeft het daarnaast voor elkaar gekregen om een eigen project op te zetten met het ingezamelde geld uit Nederland. Tijdens het lesgeven vond ze dat de kinderen veel te weinig ruimte hadden in het klaslokaal, en dus besloot ze er een klaslokaal bij te bouwen. Erg indrukwekkend om hier naar te luisteren. Zij als jong Nederlands meisje, doet naast haar werk als Englisch teacher ook gewoon het werk van een bouwinstuctuur. Ik zeg; chapo!
De daarop volgende dagen staan in het teken van kennismaken. Kennismaken met de organisatie SYTO, met de cultuur met de taal met het eten en natuurlijk met de tempratuur en leefomgeving. We leren de basis van een typisch Ghaneese dans en leren een beetje drummen.
Een kleine sfeer impressie en wat weetjes:
- Het Ghaneese eten, dat we tot nu toe zijn tegen gekomen bestaat vooral uit rijst. ‘Jollof' is een pittige rijst en wordt geserveerd met vooral vers gerookte of gegrilde kip/vis. Als groente zitten er dan vaak wat paprikaatjes in en krijg je ‘fried plantian' een soort van gegrilde banaan. En ja ja we kunnen dit nu zelf klaarmaken ;)!Het fruit is heerlijk vers! Maar heeft soms wel wat rare kleuren. Zo ziet de orange (sinasappel) groen en is het vruchtvlees van een ananas wit ipv geel. We eten hier niet veel, ‘s ochtends in het hostel een paar witte boterhammen met boter en jam en soms een ei of een worstje. 's Middags is het of heel uitgebreid of een stuk fruit. En 's avonds heb ik niet veel honger meer. Wel proberen we genoeg water en zout binnen te krijgen en doen we een poging om mijn hele grote zak snoep op te krijgen. Een bijna onmogelijke opgave, maar wel heerlijk!
- GMT noemen ze hier ook wel Ghana Maybe Time. Neem de tijd dus niet te serieus. Bestel eten als je nog geen trek hebt zodat je het krijgt als je honger hebt, bijt op een houtje en ben vooral hééééél geduldig. Wanneer een Ghanees zegt ‘I am comming', bedoelt hij ‘Ik ga nu weg en ik zal later terug komen'. Wanneer dat later dan is weet niemand.
- Aanraken is normaal. Net of ze even willen voelen of je witte huid wel écht is?!
- In Ghana is het onbeleefd om je linkerhand te gebruiken. Je linkerhand gebruik je namelijk op het toilet. Je geeft dus een hand met rechts, zwaait met rechts, draagt spullen met rechts, pakt iets aan met rechts, geeft iets aan met rechts en eet met rechts. Je linkerhand mag je alleen gebruiken in geval van nood, dus bijvoorbeeld als je rechterhand echt te veel spullen vast heeft om te zwaaien. Knap lastig is dit, probeer het maar eens en je zult zien dat je onbewust je linkerhand erg veel gebruikt!
- Ghana is positief ingesteld; Heb je het warm? Life goes on! Geen douche? Life goes on! Geen airco? Life goes on! Mis je thuis? Life goes on! Zere voeten? Life goes on!
- Overal op straat zie je, naast de vele auto's én fietsen mensen met spullen op het hoofd. Dit kunnen kleine zakken zijn met bijvoorbeeld laundry er in, maar ook zware objecten zoals schalen met fruit of dozen met nieuwe apparaten.
- De Ghaneese vlag is Rood, geel en groen gestreept met een zwarte ster in het midden. Rood staat voor het bloed dat er heeft gevloeid in de strijd voor onafhankelijkheid. Geel staat voor het rijk wat Ghana heeft aan goud. Het groene vlak staat voor het regenwoud en de zwarte ster voor de huidskleur van de mensen uit Ghana.
- In Ghana heeft iedereen een geboorte naam. Dit is de naam die je krijgt en linkt aan de dag dat je bent geboren. Ik ben geboren op een donderdag dus mijn Ghana naam is: ‘Yaa'.
- Obrunni is de naam die de Ghanesen je geven omdat je wit bent. Het tegenovergestelde van Obrunni is Obbibini.
Gefeliciteerd Ghana is 55 jaar!.... Ehm 55 jaar? Ja, 55 jaar geleden is Ghana onafhankelijk geworden. Dit wordt op 6 maart gevierd en wij hebben het geluk er dus bij te kunnen zijn. We vertrekken vroeg in de ochtend op pad naar ‘the independence square'. Onze gidsen dragen alle twee een wit shirt met de naam en de vlag van Ghana er op. En wij krijgen ook al snel de 3 kleuren van Ghana op gespeld. Het is erg druk op het plein, en hoever ik kan kijken zijn wij de enige groep blanken. In het midden van het plein vindt de parade plaats. De parade bestaat uit marcherende groepen mensen. Je weet wel, wat wij op tv zien in een film over het leger. Nou.. hier doet bijna iedereen het; het leger, de politie, de brandweer en zelfs highschools laten hier hun verschillende manieren van marcheren zien. Geweldig hoe het publiek tekeer gaat als de politie voorbij komt gemarcheerd. Voor mij is het moeilijk voor te stellen hoe geweldig het is, maar ik klap gewoon vrolijk mee.
Vandaag is de laatste dag van de oriëntatie en morgen zal iedereen naar zijn/haar project toe gaan. Behalve Nienke, Pita, Anja en ik, wij blijven in Accra voor de dans&drum cultuur week. We zijn uitgenodigd door onze drum leraar om een begrafenis bij te wonen en willen misschien komend weekend al een tripje buiten Accra gaan maken, naar de Wlii Waterfalls. Verder zullen we Pink hostel verlaten en naar ons eerste gastgezin gaan. Blij dat ik deze eerste ervaring in een gastgezin zal kunnen delen met vier anderen! Rozemarijn zal al naar ons project gaan in de Ashanti Region, het Anja's childrens home. Erg benieuwd hoe het daar is, maar we hebben nummers uitgewisseld, dus houden elkaar op de hoogte.
Voor de gene die mij ook wil kunnen bereiken, mijn Ghaneese nr is: +233 543916604
Nog 10 dagen!
Met nog 10 dagen te gaan, ben ik nu bijna klaar voor vertrek:
M'n backpack staat ingepakt, ik heb een huurder voor mijn huisje en, omdat ik vandaag mijn visum opgehaald heb, zijn alle officiële zaakjes geregeld. De komende dagen zal ik doorbrengen met laatste spulletjes kopen, werken, bij mijn ouders'logeren' en genieten van m'n vrienden. Zo gaan we morgen lekker uit eten en borrelen als afscheid en staat er volgende week nog een nachtje weg op de planning in Zwolle.
Ondertussen is ook het project al bekend waar ik de eerste periode mag gaan werken samen met een andere vrijwilligster uit Breda. Als ik zondag 4 maart aankom in Accra, de hoofdstad, zullen we eerst beginnen met een introductie week. In die introductie week zullen we kennis maken met de partnerorganisatie van TravelActive; SYTO. Ook krijgen we informatie over de gebruiken, de do en don'ts, het eten, de taal en het volk van Ghana.
Na deze 5 dagen gaan de meeste vrijwilligers al richting hun project, maar.. ik nog niet! Ik zal nog een week langer in de hoofdstad blijven om mee te doen met een 'cultuurweek'. In die week is het de bedoeling dat ik nog meer over, jaja de cultuur, te weten kom. Zoleer ikde taal, krijg ik dans- en drum lessen. Als het goed is zal ik deze week, in tegen stelling tot de eerste dagen datwe in een hostel verblijven, al bij een gastgezin slapen.
Als deze, erg spannende en leerzameweek lijkt me, voorbij is ga ik eindelijk de andere vrijwilligster vergezellen. Het project waar ik terecht ga komenligt in de 'Ashanti region', in het midden van Ghana. Ongeveer 36 km van de stad Kumasi.
'Anja'sChildren's home' zoals het project heet, is een tehuis voor 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 14 jaar. Dit huis wordt gerund dooreen vader en een moeder die samen met hun gezin ook in het huis wonen. Als het goed is komen ook ik en de andere vrijwilligster in het zelfde huis te wonen. De voornaamste taken die ik zoals te doen krijg zijn:de kinderen helpen met wassen en klaar maken voor school, kleding van de kinderenwassen en strijken, opruimen en helpen met huiswerk als de kinderen weer terug zijn van school.
Pas in Ghana zal ik te horen krijgen bij welk project ik de tweede periode van mijn verblijf terecht ga komen.
Ik ben erg benieuwd of alle informatie die ik nu weet en heb gekregen straks ook pastklopt met de plaatjesdie ik stiekem al in m'n hoofd gevormd heb. Ik heb er in ieder geval heel veel zin in, ben erg benieuwd en sta open vooralle nieuwe indrukken.
Ghana, here I come!